H1.1 + H1.2

1.1 Een nieuwe wereld
1 / 38
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 38 slides, with text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

1.1 Een nieuwe wereld

Slide 1 - Slide

Wat moet je weten!
VROEGMODERNE TIJD
Tijdvak 5: Tijd van ontdekkers en hervormers (16e eeuw)
Samenlevingstype: landbouw-stedelijke samenleving
KA18. Het begin van de Europese expansie.
personen: Vasco da Gama en Christoffel Columbus
Begrippen: Renaissance en Wereldbeeld (en de dikgedrukte in je leerboek)



Slide 2 - Slide

Leerdoel Hfd-1.1
1 Je kunt beschrijven hoe de Europese maatschappij veranderde door de ontdekking van Amerika en de vestiging van een handelsrijk in Azië.

Door de ontdekkingen van de Portugezen en Spanjaarden waren oceanen geen hindernis meer, maar een toegangsweg tot nieuwe markten en andere culturen. De Europese expansie leidde ertoe dat Portugezen en Spanjaarden, en later Engelsen, Fransen en Nederlanders, bezittingen (koloniën) verwierven in Azië en Amerika. Wereldhandel ontstond: West-Europese schepen voerden kruidnagels aan uit Azië, brachten Afrikaanse slaven naar Amerika en zeilden de Europese havens binnen met goud en zilver. 
Het lukte de Portugezen om deel te nemen aan de specerijenhandel met de landen rond en eilanden in de Indische Oceaan. De Portugezen beschermden hun handel door bewaakte handelsposten langs de kust te stichten, waardoor er in Azië een Portugees handelsrijk ontstond.


Slide 3 - Slide

Deze les....
Nakijken: opdrachten 5 t/m 11


Slide 4 - Slide

Opdracht 5
Streep door wat niet juist is.
1 Columbus dacht dat wanneer hij naar het westen zou varen hij in Amerika terecht zou komen / hij in Indië terecht zou komen.
2 Columbus noemde de plaatselijke bevolking indianen / Azteken.
3 Columbus ontdekte Amerika voor Spanje / Italië.
4 Volgens Columbus ontbrak het de plaatselijke bevolking aan een eigen godsdienst / bestuur.
5 Columbus liet de plaatselijke bevolking voor het eerst kennis maken met zilver / zwaarden.

Slide 5 - Slide

Opdracht 5
Streep door wat niet juist is (geel is juist).
1 Columbus dacht dat wanneer hij naar het westen zou varen hij in Indië terecht zou komen.
2 Columbus noemde de plaatselijke bevolking indianen.
3 Columbus ontdekte Amerika voor Spanje.
4 Volgens Columbus ontbrak het de plaatselijke bevolking aan een eigen godsdienst.
5 Columbus liet de plaatselijke bevolking voor het eerst kennis maken met zwaarden.

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Opdracht 6
Lees: Ontdekking van een Nieuwe Wereld. Gebruik Bron W1.
Noteer welk stukje tekst uit Ontdekking van een Nieuwe Wereld past bij bron W1.
  • ...en maakte kennis met de bevolking.

Slide 8 - Slide

Opdracht 7
Wat gebeurde er in Zuid-Amerika en wat in Spanje? Zet elke verandering in de juiste kolom.
Spaanse overheersing – toestroom van goud en zilver – oorlog met het Osmaanse rijk – mensen worden christen – verwoesting van Azteken-hoofdstad – oorlog met de Republiek .

Slide 9 - Slide

Opdracht 8
Bron W2 vertelt hoe de filosoof Michel de Montaigne dacht over de indianen. Wat is volgens hem de reden dat het de indianen aan niets ontbreekt?
  • De indianen leven van de natuur en de natuur geeft de indianen alles wat ze nodig hebben.

Slide 10 - Slide

Opdracht 9
Waaruit blijkt dat de tekenaar van bron 2 de Nieuwe Wereld zo precies mogelijk heeft weergegeven?
  • Hij heeft alle details weergegeven die hij kende (oceanen, eilanden, kust, rivieren, bergen etc.) en overal de namen bijgezet.

Slide 11 - Slide

Opdracht 10
Vergelijk bron 2 en 3. Noem twee elementen die overeenkomen en twee elementen die verschillen.
Overeenkomsten:
  • Reiziger afgebeeld naast ronde afbeelding van aarde.
  • Schip / ruimteschip 
  • instrumenten in beeld.
Verschillen:
  • Kaart / tekening versus foto.
  • Geïdealiseerde afbeelding versus werkelijkheid.

Slide 12 - Slide

Opdracht 11
Hier zie je drie begrippen. Leg uit hoe het ene leidt tot het andere.
ontdekkingsreis –> kolonie –> wereldhandel.
  • Na een ontdekkingsreis volgden er meer reizen en vestigden de ontdekkers zich in het ontdekte gebied. Hierdoor ontstond een kolonie. Tussen de kolonie en het moederland en andere gebieden in de wereld werd handel bedreven. Zo ontstond de wereldhandel.

Slide 13 - Slide

Pak je agenda
Hfd-1 | Varen voorbij de horizon
1.2 | Op ontdekkingsreis
lezen blz. 9 t/m 11
mkn: opdrachten 15, 18, 19, 23 + 24

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Leerdoel 1.2
Waarom zochten Europeanen nieuwe handelsroutes overzee?

In Europa waren specerijen en luxegoederen uit het Oosten erg in trek, maar deze waren heel duur en moeilijk te verkrijgen. Specerijen werden via handelskaravanen aangevoerd. Door tussenhandel stegen de prijzen. Na de vestiging van het Osmaanse rijk werd het nog moeilijker om voor een goede prijs luxeproducten uit het Oosten te krijgen. Europeanen probeerden zelf specerijen en luxegoederen te gaan zoeken over zee. Ontdekkers en handelaren durfden deze zeereizen aan. Ook hoopten zij het christendom te kunnen verspreiden.


Slide 19 - Slide

Opdracht 15
Wie verkochten specerijen als peper, kaneel en nootmuskaat aan de Europeanen?
  • De handelaren uit het Midden-Oosten en Noord-Afrika.


Slide 20 - Slide

Opdracht 18
Voorbeelden van specerijen zijn peper en nootmuskaat. Waarvoor gebruikt men deze specerijen?
  • Specerijen werden gebruikt om een lekker smaakje aan het eten te geven 
  • Om medicijnen te maken
  • en parfum te maken.



Slide 21 - Slide

Opdracht 19
Welke toepassing van specerijen wordt beschreven in bron 5? En welke toepassing zie je in bron 6?
Bron 5: 
  • parfum (dat misschien ook diende als medicijn)
Bron 6: 
  • medicijn.




Slide 22 - Slide

Opdracht 23
Als de prijs van een product hoog is, komt dat door het aanbod, het vervoer en de tussenhandel en door de vraag naar het product.
Verklaar hiermee waarom de prijs van specerijen hoog was in Europa.
  • De specerijen worden doorverkocht aan een volgende handelaar die het op zijn beurt weer doorverkoopt. Dit zorgt voor een steeds hogere prijs (= tussenhandel) .





Slide 23 - Slide

Opdracht 24
Hoe werden producten in een karavaan vervoerd?
  • Op de rug van kamelen.






Slide 24 - Slide

huiswerk
H1.2|Op ontdekkingsreis.
Lezen blz. 9 t/m 11
Maken opdrachten 26, 27, 29, 30, 31 + 32






Slide 25 - Slide

Opdracht 26
Teken de route van peper op de kaart en teken de vervoermiddelen erbij. Schrijf ook de volgende namen op de juiste plaats: Arabië, Bagdad, Kerala, Libanon, India, Indische Oceaan. 







Slide 26 - Slide

Opdracht 26

Slide 27 - Slide

Opdracht 27
Bedenk twee redenen waarom Europeanen de reisverhalen van Marco Polo niet geloofwaardig vonden.
  • Er waren weinig andere geschreven bronnen over Azië.
  • Het maken van zulke verre reizen was uitzonderlijk.








Slide 28 - Slide

Slide 29 - Video

Opdracht 29
Wat waren de gevolgen van de vestiging van het Osmaanse Rijk voor de specerijenhandel met Europa? Noem een positief en een negatief gevolg voor de Europese handelaren.
Positief: 
  • stabiliteit rond de Middellandse Zee, dus meer handel mogelijk.
Negatief: 
  • Het Osmaanse Rijk had een monopolie op de handel, waardoor zij de prijs konden bepalen.









Slide 30 - Slide

Opdracht 30
Welk plan bedacht men in Europa om goedkoper aan de specerijen te komen? En welke twee problemen kwamen ze hierbij tegen?
Plan: 
  • Zelf de specerijen ophalen, om zo de tussenhandel uit te schakelen.
Problemen: 
  • Ze konden niet over land, omdat ze zouden worden tegengehouden door de Osmanen en de Arabieren. Over zee wisten ze de route niet.










Slide 31 - Slide

Opdracht 31
Bij vraag 18 heb je twee problemen benoemd. Welke oplossing laat bron 8 zien?
  • Het gebruik van technische hulpmiddelen als het kompas om de route te bepalen.











Slide 32 - Slide

Opdracht 32
Los de puzzel op. Welk woord lees je van boven naar beneden?

Oplossing: 
  • Specerijen









1 Osmaanse
2 parfum
3 zijderoute
4 Marco
5 prijzen
6 karavanen
7 Venetië
8 zijde
9 oosten
10 zeilen

Slide 33 - Slide

Huiswerk
H1.3 | Het Portugese wereldrijk
lezen blz. 12 t/m 14
Maken opdrachten 33 t/m 36 + 38











Slide 34 - Slide

Leerdoel 1.3
Hoe stichtten de Portugezen een winstgevend handelsrijk?

Met geweld en intimidatie veroverden de Portugezen een handelsplek. Ze bouwden factorijen en veroverden bestaande nederzettingen aan de kust. Hierdoor konden de Portugezen hun handel in Indië uitbouwen en beschermen. Zo stichtten de  Portugezen een winstgevend handelsrijk.











Slide 35 - Slide

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Slide