Hoofdzinnen maken met werkwoorden Lowan thema 1-4

• Nederlands
• ISK
• ISK
• Basisschool
• Middelbare school
• Praktijkonderwijs

Hoofdzinnen maken met werkwoorden Lowan thema 1-4

Regels

(1) wie of wat	(2) werkwoord	(3) rest (wat, wanneer, waar)
Ik	loop	naar school.

werkwoorden:

v in pluralis wordt f in singularis schrijven->schrijf

z in pluralis wordt s in singularis lezen->lees

Maak een zin met "pakken" als werkwoord

Maak een zin met "leren" als werkwoord

Maak een zin met "zitten" als werkwoord

Maak een zin met "schrijven" als werkwoord

Maak een zin met "lezen" als werkwoord

Maak een zin met "tekenen" als werkwoord

Maak een zin met "staan" als werkwoord

Maak een zin met "horen" als werkwoord

Maak een zin met "praten" als werkwoord

Maak een zin met "poetsen" als werkwoord

Maak een zin met "tellen" als werkwoord

Maak een zin met "denken" als werkwoord

Maak een zin met "roeren" als werkwoord

Maak een zin met "koken" als werkwoord

Maak een zin met "geven" als werkwoord

Maak een zin met "lopen" als werkwoord

Maak een zin met "maken" als werkwoord

Maak een zin met "luisteren" als werkwoord

Maak een zin met "wijzen" als werkwoord