Les klas 1HA Herhaling schakelingen + deel 1 Vermogen en energie
Vandaag:
Praktische zaken
Herhaling 4.3 Schakelingen
Uitleg 4.4 Vermogen en energie
Huiswerk + korte terugblik op de les
1 / 13
next
Slide 1: Slide
ScienceMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1
This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Vandaag:
Praktische zaken
Herhaling 4.3 Schakelingen
Uitleg 4.4 Vermogen en energie
Huiswerk + korte terugblik op de les
Slide 1 - Slide
Praktische zaken
- Welkom + mijzelf voorstellen
- Absenten en plattegrond
- Gedragsverwachtingen
- Wat heb je nodig? (Pen, potlood, liniaal, schrift, leerwerkboek, IPad)
Slide 2 - Slide
Herh. 4.3. Schakelingen / leerdoelen
Je kunt de symbolen benoemen die je gebruikt om een schakelschema te maken.
Je kunt het verschil uitleggen tussen een serie- en een parallelschakeling.
Je kunt een schakelschema tekenen van eenvoudige serie- en parallelschakelingen
Slide 3 - Slide
Je ziet vier symbolen voor schakelschema's.
Sleep de naam van het onderdeel onder het juiste symbool.
Batterij
Schakelaar
Snoer
Lampje
Slide 4 - Drag question
Welke uitspraak over serieschakelingen is waar? In een serieschakeling:
A
branden alle lampjes of zijn alle lampjes uit.
B
is de stroomsterkte niet overal even groot.
C
komen overal vertakkingen voor.
D
kun je elk lampje afzonderlijk aan of uit doen.
Slide 5 - Quiz
Is dit een parallelschakeling of een serieschakeling?
A
Parellelschakeling
B
Serieschakeling
Slide 6 - Quiz
Als 1 lampje stukgaat blijft de rest branden
A
Serieschakeling
B
Parallelschakeling
Slide 7 - Quiz
Hiernaast zie je een parallelschakeling van 3 gelijke lampjes. De stroomsterkte door de batterij is 12 Ampère. Hoe groot is de stroomsterkte door het onderste lampje ?
A
12 Ampère
B
4 Ampere
C
36 Ampère
D
12 Volt
Slide 8 - Quiz
Nog drie vragen (schrift nodig)
Teken een serieschakeling met daarin een batterij, een openschakelaar en drie lampjes.
Teken een parallelschakeling met daarin een batterij, drie lampjes en een dichte schakelaar voor lampje twee.
Maak opdracht 9 in je leerwerkboek op bladzijde 156
Slide 9 - Slide
Theorie 4.4 Vermogen en energie
Je kunt uitleggen wat het vermogen van een apparaat is.
Je kunt het vermogen van een apparaat berekenen.
Slide 10 - Slide
Het vermogen van een apparaat
Vermogen: geeft aan hoeveel elektische energie een apparaat per seconde verbruikt.
De grootheid vermogen ( P,) en de eenheid watt (W)
Het vermogen van een apparaat hangt af van twee factoren: