Na bespreken toets nurek3 domein 2 versie A

Na bespreken toets NuRek3 domein 2 versie A
1 / 30
next
Slide 1: Slide
RekenenMBOStudiejaar 1,2

This lesson contains 30 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Na bespreken toets NuRek3 domein 2 versie A

Slide 1 - Slide

Vraag 2






In een straat is het woord 'ZONE' gelegd met klinkers van 5 bij 10 cm.

Welke twee vlakke figuren herken je in de stenen van de letter N?

Slide 2 - Slide

Vraag 2a





In een straat is het woord 'ZONE' gelegd met klinkers van 5 bij 10 cm.

Welke twee vlakke figuren herken je in de stenen van de letter N?
  • Rechthoekig
  • Driehoek
Rechthoekig
Driehoek

Slide 3 - Slide

Vraag 2b





In een straat is het woord 'ZONE' gelegd met klinkers van 5 bij 10 cm.
Hoeveel centimeter is de omtrek van de letter O?
  • de omtrek is 100 cm

10
10
10
10
10
10
10
10
5
5
5
5

Slide 4 - Slide

Vraag 2c





In een straat is het woord 'ZONE' gelegd met klinkers van 5 bij 10 cm.

Hoeveel meter is de omtrek van het woord 'ZONE'?
  • de omtrek is 250 cm = 2,5 m

Slide 5 - Slide

Vraag 2d




De cijfers 1 en 2 van de letter E zijn:
  • Evenwijdig aan
  • haaks op

Slide 6 - Slide

Vraag 3
Welke drie ruimtelijke figuren herken je in de afbeeldingen?
  • A. Cilinder
  • B. Bol
  • C. Piramide


Slide 7 - Slide

Vraag 3
Hoeveel Liter is de inhoud van A?
  • 118 cm3 = 118 ml
    118 ml : 10 = 11,8 cl
    11,8 cl : 10 = 1,18 dl
    1,18 dl : 10 = 0,118 l
                      of
  • 118 cm3 = 118 ml
    118 ml : 1000 = 0,118 l 


Slide 8 - Slide

Vraag 3
Hoeveel dm3 is de inhoud van B?
  • 86 cm3 = ..... dm3

  • 86 cm3 : 1000 = 0,086 dm3


Slide 9 - Slide

Vraag 4
Welke twee ruimtelijke figuren herken je in de blokhut?
  • Piramide
  • Balk (3,5 x 4)

Slide 10 - Slide

Vraag 4
Hoeveel m2 is het vloeroppervlak van de blokhut?
Oppervlakte -> lengte x breedte
                            -> 4 m x 3,5 m= 14 m2

Slide 11 - Slide

Vraag 4
Hoeveel m3 is de inhoud van de blokhut zonder het dak?  
Inhoud -> lengte x breedte x hoogte
                -> 4 x 3,5 x 2 = 28 m3

Slide 12 - Slide

Vraag 5
Welk ruimtelijke figuur herken je in dit pakje appelsap?
  • Balk



Slide 13 - Slide

Vraag 5
Hoeveel centiliter appelsap past er in dit pakje?
Inhoud -> lengte x breedte x hoogte
                 -> 10 x 5 x 4 = 200 cm3  
                 -> 200 cm3 = 200 ml
                 -> 200 ml : 10 = 20 cl


Slide 14 - Slide

Vraag 5
Hoeveel van deze pakjes kun je vullen met 1 liter appelsap?

  • In 1 pakje appelsap zit 20 cl
  • 1 liter = 100 cl
  • 5 x 20 cl = 100 cl = 1 l
  • dus je kan 5 pakjes vullen met
    1 liter appelsap


Slide 15 - Slide

Vraag 6
Op de neerslagkaart kun je de hoeveelheid
 neerslag in millimeter op een dag aflezen.

Waar viel de meeste neerslag?
  • In het Zuid-westen (ZW).

Waar viel de minste neerslag?
  • In het Noorden (N).

Slide 16 - Slide

Vraag 6
Op de neerslagkaart kun je de hoeveelheid
 neerslag in millimeter op een dag aflezen.

Hoeveel millimeter regen viel er minimaal
 in het gele gebied A?
  • 30 mm (geel in legenda)
Hoeveel millimeter neerslag is er in
Zuid-Limburg gevallen? 
  • 10,6 mm (donker blauw)

Slide 17 - Slide

Vraag 7
In welke vak ligt 's Hertogenbosch?
  • In vak C2

Welke grote stad ligt in D4?
  • Eindhoven


Slide 18 - Slide

Vraag 7
Welke snelweg loopt door de vakken A1, A2, A3 en A4?
  • De A16

Hoeveel kilometer is de afstand 
tussen Loon op Zand en Waalwijk 
ongeveer?
  • Maak gebruik van het meetstokje
  • Ongeveer 10 km

Slide 19 - Slide

Vraag 8


Referentiematen:

Slide 20 - Slide

Vraag 8


Referentiematen:

Slide 21 - Slide

Vraag 9
Hiernaast staat de plattegrond van de 
metrolijnen in een stad. Hoeveel 
verschillende metrolijnen zijn er?
  • Er zijn 3 verschillende metrolijnen

Lucas gaat van Woonwijk naar Dom.
Welke route volgt hij?
  • winkelen-kathedraal-oude stad-plein

Slide 22 - Slide

Vraag 9
Lucas gaat van Woonwijk naar Dom.
Welke route volgt hij?
  • winkelen-kathedraal-oude stad-plein

Bij welke halte moet Lucas overstappen 
als hij van de Woonwijk via het theater 
naar de Dom gaat?
  • Hij moet overstappen bij Oude stad

Slide 23 - Slide

Vraag 10
Dit is een bouwtekening van een boekenkastje.

Hoeveel millimeter is de totale hoogte van het kastje?
  • 1110 mm

Slide 24 - Slide

Vraag 10
Dit is een bouwtekening van een boekenkastje.

Wat is de diepte in millimeters van de legplanken in het kastje?
  • 320 mm

Slide 25 - Slide

Vraag 10
Dit is een bouwtekening van een boekenkastje.

Hoeveel dm2 is de oppervlakte van de bovenkant van het kastje?
  • Oppervlakte -> lengte x breedte
  • 800 x 360 = 288000 mm
  • 2880000 : 100 = 28800 cm2
  • 28800 : 100 = 288 dm2
of
  • 800 x 360 = 288000 mm2 
  • 2880000 : 10000 = 288 dm2

Slide 26 - Slide

Vraag 10
Dit is een bouwtekening van een boekenkastje.

Welke tekening is het vooraanzicht van het kastje?
  • Tekening B

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

--                                  
vragen?
Vragen?

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide