2, Een bewering (wat is waar?) is pas juist als ALLE elementen uit de bewering juist zijn.
3. Dus: knipt het antwoord in stukken controleer per element
Bv. "Gerben komt alijd te laat en Mieke is een voetbalfan". > 2 delen checken.
Slide 25 - Slide
Stappenplan bewering/stelling (wat is waar?)
Valkuilen beweringen/ stellingen:
Woorden als altijd, nooit, alles, alleen maar, vooral > die staan in de verkeerde antwoorden!!
Vragen als 'geef voor elke stelling aan of hij waar/ niet waar is"> meerdere mogelijkheden dus
Vragen waarbij alle antwoorden 'waar' of 'niet waar' zijn> dat kan!
Slide 26 - Slide
Slide 27 - Slide
Slide 28 - Slide
Slide 29 - Slide
B
SIGNAAL WOORDEN?
Slide 30 - Slide
Slide 31 - Slide
Slide 32 - Slide
B
TEXTO 2
Slide 33 - Slide
Slide 34 - Slide
OPEN VRAGEN
Besteed tijd aan het lezen van de vraag. Ga niet tegeleijk de tekst in
Meestal over inhoud alinea, soms groete lijn
Geen specifiek stappenplan voor te geven, behalve goed markeren waar de vraag op slaat ( regel 26-27) goed markeren in de tekst waar het antwoord gevonden kan woorden (2e alinea)
Goed lezen hoeveel dingen je moet noemen (drie noemen)
Slide 35 - Slide
RAUW
TEXTO 3
Slide 36 - Slide
Slide 37 - Slide
TEXTO 4
Slide 38 - Slide
¿QUIERES PRACTICAR MÁS?
https://www.havovwo.nl/havo-spaans/
Slide 39 - Slide
DE 5 GULDEN REGELS OM TE SLAGEN
Gij zult niet de illusie koesteren het examen feilloos te maken, noch zult gij zich hierover bezwaard voelen.
Gij zult gepaste vlijt uw aantekeningen bestuderen en deze in de praktijk brengen.
Gij zult uw woordenlijst van buiten kennen, gij zult het geleerde regelmatig bijhouden, gij zult de vreselijke woorden dat doe ik later wel nooit en te nimmer uitspreken. LEREN zult gij.
Gij zult niet in paniek raken als er in uw examen een onbekende, nieuwe vraagsoort staat. Gij zult die vraag simpelweg als een Grote Lijn-vraag behandelen.