This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
2.4 Voor elk wat wils
1848 - 1919
Slide 1 - Slide
Lesdoel
Aan het eind van deze les weet je hoe Willem III regeerde en waarom de eerste politieke partij de ARP ontstond
Slide 2 - Slide
Koning Willem III
1849 - 1890
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Video
censuskiesrecht
census=belasting
mannen van boven de 23
Slide 5 - Slide
opdracht
Havo 1-4
VWO 1-4
Slide 6 - Slide
lesdoelen
2e deel par 2.4
*Je weet na deze les welke politieke partijen ontstonden in de 19e eeuw en waarom
* je kunt voorbeelden noemen bij de kenmerkende aspecten
Slide 7 - Slide
Kenmerkend aspect
De opkomst van politiek-maatschappelijke stromingen : liberalisme , nationalisme, socialisme, confessionalisme en feminisme
*1879 ARP opgericht (anti revolutionaire partij)
*schoolstrijd
*emancipatie 'kleine luyden'
confessionele partij
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Video
1885; vrijheid
Slide 10 - Slide
RKSP
(1896)
*schoolstrijd
* emancipatie Rooms Katholieken
dr. Schaepman
confessionele partij
Slide 11 - Slide
1882 SDB
1894 SDAP
SDB Domela Nieuwenhuis
SDAP:Troelstra
gematigde partij; verandering via parlement
sociale kwestie
algemeen kiesrecht
Slide 12 - Slide
Wat is de Sociale Kwestie? (1)
Een kwestie is een probleem
De slechte woon- en werkomstandigheden van de arbeiders zijn duidelijk zichtbaar.
Eind 19e eeuw.
Vooral in de steden.
Slide 13 - Slide
Wat is de Sociale Kwestie? (2)
‘De rijken worden rijker, de armen worden armer’
Alleen ‘de rijken’ mogen stemmen
Hierdoor blijven ‘de rijken’ aan de macht
Slide 14 - Slide
Let op: De weekinkomsten van een mannelijke arbeider
was ongeveer 900 cent (9 gulden)
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
pacificatie 1917
kenmerkend aspect 2:
Voortschrijdende democratisering, met deelname van steeds meer mannen en vrouwen aan het politieke proces.
Discussies over de ‘sociale kwestie’
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Video
1919
Voortschrijdende democratisering, met deelname van steeds meer mannen en vrouwen aan het politieke proces.
Slide 20 - Slide
Geef een voorbeeld; De opkomst van politiek-maatschappelijke stromingen : liberalisme , nationalisme, socialisme, confessionalisme en feminisme
Slide 21 - Open question
Voortschrijdende democratisering, met deelname van steeds meer mannen en vrouwen aan het politieke proces. Welke twee begrippen geven deze ontwikkeling aan?
Slide 22 - Open question
Discussies over de ‘sociale kwestie’ Leg deze zin uit