Chap 3 1M1 24-3

1 / 21
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Programme
récapitulation
nakijken le bilan
voorbereiden toets

Le programme d'aujourd'hui:
  • bezittelijk voornaamwoord
  • corriger les devoirs
  • phrases-clés
  • test pour l'examen
Le but; à la fin de ce cours:
  • je sais si je suis prêt pour l'examen

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Let op!
Het bezittelijk voornaamwoord slaat op het ZELFSTANDIG NAAMWOORD in de zin, en NIET op de PERSOON die het zelfstandig naamwoord bezit.

Dus: HAAR broer --> broer is MANNELIJK --> SON frère

Slide 4 - Slide

Réponses devoirs 

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Phrases-clés. 
Exercice 27a à la page 122

Slide 8 - Slide

Tu es prêt pour l'examen?

Slide 9 - Slide

Quelle
heure est-il?
timer
0:30

Slide 10 - Open question

Quelle heure est-il?
timer
0:30

Slide 11 - Open question

Quelle heure est-il?
timer
0:30

Slide 12 - Open question

Quelle heure est-il?
timer
0:30

Slide 13 - Open question

Quelle heure est-il?
11h15
timer
0:30

Slide 14 - Open question

ET
MOINS

Slide 15 - Slide

Denk aan:
ET quart (EN een kwart = kwart OVER)
MOINS LE quart ( MIN een kwart = kwart VOOR)

Slide 16 - Slide

Het werkwoord être is onregelmatig. Er is dus geen handige regel voor om de vervoeging te leren. Je moet de rijtjes dus uit je hoofd leren. 
Elle est sympa      Zij is aardig
ATTENTION:
Het is: c'est 
Het zijn: ce sont 

Slide 17 - Slide

Le Bilan

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Link

Slide 20 - Link

Bonne chance avec l'examen!

Slide 21 - Slide