Werkwoordspelling 25 mei

Werkwoordspelling
1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsBasisschoolGroep 8

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Werkwoordspelling

Slide 1 - Slide

Doel van deze les
Ik kan van verschillende werkwoorden het tegenwoordig deelwoord schrijven.


Slide 2 - Slide

Overleg in je groepje
Wat is het voltooid deelwoord?

Slide 3 - Open question

Het tegenwoordig deelwoord
Het tegenwoordig deelwoord (of onvoltooid deelwoord) is een vorm van het werkwoord bestaande uit het hele ww + d(e). Deze vorm geeft aan hoe iets gebeurd.

(verrassen)    Het parkje is ......................... wild geworden.

                                    verrassen + d = verrassend

Slide 4 - Slide

Waar vind je een tegenwoordig deelwoord?
Geef een eigen voorbeeldzin!

Slide 5 - Open question

Het voltooid deelwoord
1. Achteraan in de zin.
2. Een voltooid deelwoord deelt de zin met een ander werkwoord
3. Begint meestal met ge-, 
maar kan ook met be-, ver-, ont- of her-
4. Eindigt altijd op een -d, een -t of op -en
                                         Maak langer OF 't sexy fokschaap!





Slide 6 - Slide

Waar vind je een voltooid deelwoord?
Geef een voorbeeldzin!

Slide 7 - Open question

4. Eindigt altijd op een -d, een -t of op -en
                                         Maak langer OF 't SeXY FoKSCHaaP!
Voorbeeld:
Ik heb een afstand gefietst.  
De gefietste afstand.       (fietS- en) dus een -t aan het einde.
Daarmee heeft hij een hele afstand gereisd 
- De gereisde afstand.    (reiZ - en) dus een -d aan het einde.

Slide 8 - Slide

Wat kun je doen om een voltooid deelwoord te schrijven?
Geef een voorbeeld!

Slide 9 - Open question

Maak de zin af met (verrassen)
De boekhandel heeft 
…………………………………………... lage prijzen.  

Slide 10 - Slide

Maak de zin af met (fietsen)


Jan heeft heel hard …………………………………….

Slide 11 - Slide

Maak de zin af met (gieren)
De straaljager vloog 
……………………………………  over de huizen.  

Slide 12 - Slide

Maak de zin af met (slapen)


Ik heb vannacht lekker  …………………………………….

Slide 13 - Slide

Laat het zien!
1. Maak langer  
2. 't SeXY FoKSCHaaP!
dan een -t aan het eind.
timer
15:00

Slide 14 - Slide

Maak de zin af met (wandelen)


Vorige week ging ik  ......................... door het bos.

Slide 15 - Slide

Maak de zin af met (zeilen)

Vorige zomer gingen we ............... over het meer.

Slide 16 - Slide

Wat heb je geleerd van deze les?
Vraag elkaar!

Slide 17 - Open question

Tips / tops

Slide 18 - Mind map

voor het meedoen!

Slide 19 - Slide