This lesson contains 42 slides, with interactive quiz, text slides and 5 videos.
Items in this lesson
Welkom 1MH2!
Welkom 1Ha!
Slide 1 - Slide
Deze les
In deze les wordt hoofdstuk 4 herhaalt.
Slide 2 - Slide
Paragraaf 4.1
Hoeken en graden
Slide 3 - Slide
Hoeken
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Video
Ik heb geleerd:
Een hoek bestaat uit een hoekpunt en 2 benen.
De grootte van een hoek wordt gegeven in graden.
De verschillende soorten hoeken.
Hoe groot de verschillende soorten hoeken zijn.
Het teken voor het woord hoek.
Slide 6 - Slide
Paragraaf 4.2
Hoeken meten en tekenen
Slide 7 - Slide
Stappenplan hoeken meten
Slide 8 - Slide
Stap 1
1.1 Bepaal wat voor soort hoek je moet meten. Is het een scherpe hoek, een stompe hoek of een inspringende hoek?
1.2 Schat hoe groot de hoek is
Slide 9 - Slide
Stap 2
2.1 Leg je geodriehoek op de hoek met het nulpunt op het hoekpunt van de hoek
2.2 Leg de liniaal (langste zijde) langs 1 been.
Let op, zorg dat het andere been onder je geo ligt.
Slide 10 - Slide
Bij welk plaatje ligt de geo goed?
A
B
C
A
Bij A
B
Bij B
C
Bij C
Slide 11 - Quiz
Stap 3
3 Lees het aantal graden af op de gradenboog.
Je hebt een binnenste en een buitenste gradenboog. Kijk goed welke je moet hebben.
Slide 12 - Slide
Stap 4
Controle:
Bij stap 1 heb je een schatting gemaakt van je hoek, klopt je antwoord van stap 3?
Ja? Prima gedaan!
Nee? Heb je de verkeerde gradenboog gebruikt?
Slide 13 - Slide
Stap 5
Schrijf je antwoord als volgt op:
∠A=130°
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Video
Stappenplan hoeken tekenen
Slide 16 - Slide
Stap 1
1. Teken een lijn en zet daar de letter bij (hoofdletter)
Slide 17 - Slide
Stap 2
2. Leg je geodriehoek op de lijn met het nulpunt op het gegeven hoekpunt (A)
Slide 18 - Slide
Stap 3
3. 50 graden is een scherpe hoek. Het punt moet dus rechts komen.
Zet een punt bij 50.
Slide 19 - Slide
Stap 4
4. Draai je geodriehoek en teken je de tweede been van de hoek
Slide 20 - Slide
Hoeken tekenen stappenplan
1) Teken een lijn en zet de letter erbij 2) Leg je geodriehoek op de lijn en het nulpunt op het gegeven hoekpunt. 3) Bepaal wat voor soort hoek je moet tekenen. Zet een punt bij het aantal graden. 4) Draai je geodriehoek en teken de lijn.
Slide 21 - Slide
Slide 22 - Video
Slide 23 - Video
Ik heb geleerd:
Hoe ik een hoek moet meten
Hoe ik een hoek moet tekenen (van een gegeven grootte)
Hoe ik een driehoek moet tekenen waarvan 1 zijde is gegeven en 2 hoeken.
Slide 24 - Slide
Paragraaf 4.3
Hoeken berekenen
Slide 25 - Slide
Overstaande hoeken
Slide 26 - Slide
Hoeken berekenen
Slide 27 - Slide
Slide 28 - Video
Ik heb geleerd
Wat overstaande hoeken zijn.
Hoe ik onbekende hoeken kan berekenen met behulp van de eerder geleerde eigenschappen.
Slide 29 - Slide
Paragraaf 4.4
Lijnsymmetrie
Slide 30 - Slide
Lijnsymmetrie
Slide 31 - Slide
Spiegelen in een lijn
Stappenplan voor het spiegelen in een lijn:
Slide 32 - Slide
Spiegelen in een lijn
1. Teken de loodlijnen (van elk hoekpunt op de lijn)
2.
Slide 33 - Slide
Spiegelen in een lijn
1. Teken de loodlijnen (van elk hoekpunt op de lijn)
2. Teken het spiegelbeeld van elk hoekpunt (en benoem deze)
3.
Slide 34 - Slide
Spiegelen in een lijn
1. Teken de loodlijnen (van elk hoekpunt op de lijn)
2. Teken het spiegelbeeld van elk hoekpunt (en benoem deze)
3. Teken de lijnstukken
Slide 35 - Slide
Middelloodlijn
Gaat door het midden van een lijnstuk en staat er loodrecht op.
Slide 36 - Slide
Bissectrice / deellijn
De halve lijn die de hoek door midden deelt.
Slide 37 - Slide
Ik heb geleerd:
Wat lijnsymmetrie is.
Wat een symmetrie-as is.
Hoe ik een figuur kan spiegelen in een lijn.
Wat een middelloodlijn is.
Wat een bissectrice is.
Slide 38 - Slide
Paragraaf 4.5
Draaisymmetrie
Slide 39 - Slide
Draaisymmetrie
Slide 40 - Slide
Ik heb geleerd:
Wat draaisymmetrie is.
Hoe ik de kleinste draaihoek kan berekenen.
Slide 41 - Slide
Einde!
Als het goed is heb je nu het hoofdstuk weer herhaalt en kun je hiermee verder met oefenen voor de toets!