4.2 Atomen en moleculen

1 / 19
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Doel van deze les:
Je kunt de namen en symbolen van de meest voorkomende elementen (atoomsoorten) opsommen.
Je kunt de meest voorkomende elementen (atoomsoorten) indelen in metalen en niet-metalen.
Je kunt beschrijven dat moleculen zijn opgebouwd uit atomen.
 Je kunt beschrijven dat bij een chemische reactie de atomen niet veranderen, maar anders worden gerangschikt.
 Je kunt beschrijven hoe een moleculaire stof is opgebouwd.

Slide 2 - Slide

Even hh van vorig jaar
Een molecuul is het kleinste deel van een stof, die nog te herkennen is als die stof. Een molecuul heeft alle eigenschappen van die stof. 

Een molecuul bestaat uit atomen. 

Slide 3 - Slide

Elementen
Een stof die je niet kleiner kan maken, noem je een element. 

Element: een latijns woord wat basisonderdeel betekent. 

Op het periodieke systeem staan alle elementen weergegeven. 

Er zijn metalen en niet-metalen. 

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Opdracht: Flitskaartjes
Je krijgt per tafel een blad met symbolen. Maak voor jezelf flitskaartjes om deze stoffen uit je hoofd te leren. Dit gaan we ook in een SO tegenkomen binnenkort!

Slide 6 - Slide

Moleculen



Een molecuul bestaat uit 1 óf meerdere atomen

Slide 7 - Slide

Atomen


Atomen bestaan uit:

- Elektronen

- Protonen

- Neutronen

Slide 8 - Slide

Zuurstofmolecuul
Zuurstof atoom heeft als symbool O

Zuurstofmolecuul zijn twee atomen O-O

Je schrijft dit als O2.


Slide 9 - Slide

Scheikundige reactie
Bij een scheikundige reactie: beginstoffen verdwijnen, reactieproducten verschijnen. 

Maar... atomen raak je nooit kwijt en je krijgt ze er ook nooit bij. Voor de pijl staan dezelfde aantallen atomen als achter de pijl. 

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Index
Index = een getal dat het aantal atomen van elke soort in een molecuul.

 Index 1 wordt meestal weggelaten. 
Koolzuurgas

Slide 12 - Slide

Water ontleden
Vorige paragraaf hebben we water ontleed in de LU. 

We maken er een reactieschema van (in woorden dus):

Water (l) -> Waterstof (g) + Zuurstof (g) 

Slide 13 - Slide

Reactievergelijking (in formuletaal)

Slide 14 - Slide

...K(s) + ...Br2(l) -> ...KBr(s)

Slide 15 - Slide

Verbinding
Water is een verbinding tussen waterstof (H) en zuurstof (O). 

De eigenschappen van een verbinding zijn heel anders dat de eigenschappen van de elementen waaruit de verbinding is opgebouwd. Waterstof is bijvoorbeeld licht ontvlambaar. Water niet echt ;-)

Slide 16 - Slide

Fotolyse is het ontleden van moleculen onder invloed van licht. Ouderwets fotopapier bevatte een dun laagje vast zilverchloride dat onder invloed van licht ontleed in de elementen zilver(s) en chloorgas. Noteer dit reactieschema.

Slide 17 - Open question

Zilver is Ag en Chloor is Cl. Er zijn 2 zilverchloride moleculen nodig voor de ontleding. Noteer deze reactievergelijking.

Slide 18 - Open question

Aan de slag
LEES de tekst van 4.2 en MAAK de opdrachten


Slide 19 - Slide