Unterrichtsstunde 7

• Duits
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Geen plattegrond als er goed gewerkt blijft worden :)

Unterrichtsstunde 7

Herzlich Willkommen!!!

Bitte, die Bücher auf dem Tisch

Was machen wir heute?

1. Keine Hausaugaben
2. Der/die/das wiederholen (kaartjes)
3. Neue Grammatik erklären: Plural
4. Grammtik Aufgaben machen
5. Blooket/Gimkit?
6. Hausaufgaben? 

Lerziele: 

1. Aan het einde van hoofdstuk 3 kan ik in het Duits de kloktijden vertellen en schrijven. 
2. Aan het einde van hoofdstuk 3 kan ik umlauten herkennen en correct uitspreken tijdens het voorlezen van een korte tekst. 
3. Aan het einde van hoofdstuk 3 kan ik het geslacht van zelfstandig naamwoorden bepalen. 
4. Aan het einde van hoofdstuk 3 kan ik Duitse woorden in het enkelvoud veranderen in het meervoud. 

Die Hausaufgaben

/

Lernen: die Uhrzeit + die Lernliste Niederländisch-Deutsch + Aussprache üben (umlauten) + Grammatik der/die/das

Grammatik der/die/das wiederholen

Het geslacht van zelfstandige naamwoorden (das Substantiv)

• der: mannelijk
  
• die: vrouwelijk
  
• das: onzijdig
  
• die: meervoud

der: mannelijk (männlich)

1. Mannelijke personen

- der Jung, der Man usw.

2. Mannelijke diernamen

- der Stier

3. Dagen, maanden, jaargetijden en windrichtingen

- der Montag, der Februar, der Sommer, der Norden usw. 

4. De MEESTE stammen van werkwoorden

- der Beginn (beginnen), der Anfang (anfangen) usw. 

die: vrouwelijk (weiblich)

1. Vrouwelijke personen

- die Frau, die Oma usw.

2. Vrouwelijke diernamen

- die Kuh, die Katze usw.

3. De meeste woorden die eindigen op -e

- die Adresse, die Toilette, die Lampe usw.

4. Woorden die eindigen op -heit, -keit, -schaft, -ung, -ur, -ei, -ik, -ion, -tät

- die Einheit, die Möglichkeit, die Freundschaft, die Zeitung, die Natur, die Polizei, die Politik, die Nation, die Universität usw. 

5. De getallen

- die Eins, die Zwei

das: onzijdig (sächlich)

1. Het- woorden

- das Pferd, das Fenster, das Buch, das Haus, das Lied usw. 

2. Woorden die eindigen op -chen en -lein

- das Mädchen, das Fräulein, das Märchen usw. 

die: meervoud (plural)

1. woorden die meervoud zijn krijgen altijd 'die'

- die Straßen, die Brüder usw. 

Het meervoud van zelfstandig naamwoorden

Het lidwoord is altijd 'die', maar wat verandert er aan het zelfstandig naamwoord?

Mannelijke zelfstandig naamwoorden

1. umlaut + e

- der Ball -> die Bälle

- der Arzt -> die Ärzte

2. Mannelijke woorden die eindigen op -el / -er / -en blijven in het meervoud meestal onveranderd

- der Onkel -> die Onkel

- der Computer -> die Computer

- der Lehrer -> die Lehrer

vrouwelijke zelfstandig naamwoorden

1. + (e)n

- die Straße -> die Straßen

- die Prüfung -> die Prüfungen

2. Als een vrwouelijk woord eindigt op -e, -el, -er, krijgt het meervoud alleen een -n:

- die Cousine -> die Cousinen

- die Schwester -> die Schwestern

3. Bij vrouwelijke woorden treedt er net als bij het Nederlands verdubbeling van de -n of -s op: 

- die Freundin -> die Freundinnen

Onzijdig zelfstandig naamwoorden

1. + e

- das Heft -> die Hefte

2. Onzijdige woorden die eindigen op -el/ - er / -en blijven meestal onveranderd in het meervoud

- das Mädchen -> die Mädchen

3. Bij onzijdige woorden treedt er net als bij het Nederlands verdubbeling van de -n of -s op:

- das Ereignis -> die Ereignisse 

Overige regels

1. Veel woorden op -a, -i, -o, -y: + s

- das Handy -> die Handys

2. Bij -au komt de umlaut op de -a

- das Haus -> die Häuser

3. Bij samengestelde woorden komt de umlaut op het laatste woord:

- der Urlaubsgruß -> die Urlaubsgrüße

Mach die Aufgaben:

26, 27, 29 und 30 (max. 20 Min.)

Tijd over? ⇨ Blooket oder Gimkit

Wat hebben jullie vandaag geleerd?

Die Hausaufgaben

/

Lernen: die Uhrzeit + die Lernliste Niederländisch-Deutsch + Aussprache üben (umlauten) + Grammatik der/die/das + Grammatik plural (meervoud)