Lezen 4 les 3

Lezen 4 les 3
Vragen bij een tekst: waarom?
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Lezen 4 les 3
Vragen bij een tekst: waarom?

Slide 1 - Slide

Gisteren:
- Onderzocht hoeveel procent van de woorden je moet kennen om een tekst te begrijpen.
- Strategieën geleerd om de betekenis van moeilijke woorden te achterhalen.

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
- Aan het einde van de les kun je nut zien van een 'tekst met vragen'.
- Aan het einde van de les weet je welke vragen vaak gesteld worden bij teksten. 
- Aan het einde van de les weet je welke soort vragen je moeilijk en makkelijk vindt. 

Slide 3 - Slide

Wat zijn leesstrategieën en welke ken je al?

Slide 4 - Open question

Voor het lezen
1 Voorspellen
Tijdens het lezen
2 Ophelderen
3 Vragen stellen
Na het lezen
4 Samenvatten
5 Terugkijken


Slide 5 - Slide

Welke vragen kun je stellen tijdens het lezen?

Slide 6 - Open question

Voorbeelden van vragen
Uit welke onderdelen bestaat de tekst?
Waar gaat dit stukje tekst over?
Begrijp ik wat er staat?
Gaat het om een mening, of zijn het alleen feiten?
Wat is het doel van de afbeeldingen?
Wat is de bedoeling van de schrijver?

Slide 7 - Slide

Tien vragen voor tekstbegrip 
Algemene vragen

1 Vragen over het hoofdonderwerp en de hoofdgedachte.
2 Vragen over het tekstdoel en het tekstsoort.
Vragen over structuur

3 Vragen over inleiding, kern en slot en functies van alinea's.
4 Vragen over tekstverbanden. 
Vragen over woorden
5 Vragen over moeilijke woorden.
6 Vragen over signaalwoorden.
7 Vragen over verwijswoorden.
Vragen over de inhoud
8 Vragen over de inhoud.
9 Vragen om (een deel van) de tekst samen te vatten of in eigen woorden te vertellen.
Kritische vragen
10 Vragen over de betrouwbaarheid en kwaliteit van de tekst.




Slide 8 - Slide

Vaak is dit niet het leukste onderdeel van Nederlands, maar het kan wel nuttig zijn:

Goede vragen helpen je een tekst beter te begrijpen.
Als je de vragen goed kunt beantwoorden, weet je dat je op de goede weg zit.
Je docent weet of je een tekst echt goed hebt begrepen.

Slide 9 - Slide

Aan de slag met opdracht 1
Bedenk minimaal tien vragen
Geef de tekst aan je buurman of buurvrouw 
Beantwoord elkaars vragen


Klaar? Aan de slag met opdracht 2 en 3!

Slide 10 - Slide

Welke soorten vragen zijn er?

Slide 11 - Open question

Wat heb ik geleerd deze les?

Slide 12 - Mind map