2.7 Herhaling

1 / 16
next
Slide 1: Slide
GroenMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 1

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Lesplan
  • Herhaling
  • Herhaling
  • Herhaling
  • Opdrachten
  • Naar buiten voor HERHALING 

Slide 2 - Slide

Toets komt er aan!
  • Laatste les voor je tweede diertoets!
Voor deze toets leer je:
  • Hoofdstuk 1 van je online boek
  • Je aantekeningen
  • Je begrippenlijst
  • Vragen? Moet je nog hanteren? Loop langs! 

Slide 3 - Slide

Gezondheid 1
Gedrag gezond dier:
  • Levendig, actief, beweegt soepel, wil eten en drinken, goed gewicht, interesse
Gedrag ongezond dier:
  • Stil, weggedoken, reageert niet op nauwelijks op omgeving, dier is mager, weinig tot geen eetlust
Conditiescore: 
  • 1 is veel te mager, 3 is goed gewicht, 5 is zwaarlijvig

Slide 4 - Slide

Gezond dier

Ongezond dier
Actief
weinig tot geen eetlust
te mager
interesse in omgeving
Stil
beweegt soepel
reageert niet op omgeving

Slide 5 - Drag question

Gezondheid 2
Gezonde vacht/schubben:
  • Glimmen, geen verwondingen, geen klitten, helemaal volledig
Oren:
  • Droog, schoon, volledig en mogen niet stinken
Ogen:
  • Glimmen, geen vocht, snot of nattigheid uitkomen, volledig
Neus:
  • Droog & warm, geen vocht of snot uitkomen, volledig

Slide 6 - Slide

In het dierverblijf mag jij de cavia's voeren, maar dan valt je op dat 1 van de cavia's snot uit zijn neus heeft komen. Is dit gezond of ongezond?

Slide 7 - Open question

Huisvesting 1
Natuurlijke leefomgeving:
  • Gebied waar dier in de natuur leeft
  • Denk aan temperaturen, lichturen, planten, vochtigheid
  • Verschilt per dier, geeft dier een veiliger gevoel
Natuurlijk gedrag:
  • Gedrag dat een dier in de natuur laat zien
  • Solitair of in de groep, dag of nachtdier?
  • Klimmer of renner, vechten of verstoppen? 

Slide 8 - Slide

Wat betekent het als een dier solitair leeft?
A
Dat hij in een groep leeft
B
Dat hij alleen leeft

Slide 9 - Quiz

Huisvesting 2
Verblijven:
  • Konijn: traliekooi of hok met ren
  • Knaagdier: traliekooi (rat), labbak
  • Kippen: hok met ren, uitloopstal
  • Geiten: weiland met stal, klimtoestel, stal
  • Schapen: weiland met stal, stal
  • Pony's: Box, weiland met stal, paddock paradise
  • Varkens: Weiland met stal, varkensstal 

Slide 10 - Slide

Hok met ren
Labbak
Rattenkooi
Traliekooi

Slide 11 - Drag question

Dagelijkse verzorging
Eten en drinken:
  •  afhankelijk van dier hoe vaak per dag
  • Elke dag schoon water
  • Lange vacht = elke dag borstelen
  • Borstelen doe je om wondjes door klitten, parasieten te voorkomen 
Beweging:
  • Door training, wandelen of grootte hok
Ontlasting:
  • Aanleren op zindelijkheid, elke dag ontlasting opruimen 

Slide 12 - Slide

1 keer per dag eten
Meerdere keren per dag eten
Hond
Konijn
Vis
Kat
Geit

Slide 13 - Drag question

Periodieke verzorging
Vachtverzorging:
  • Naar trimmer voor shows of verharen, elke 6-8 weken
Gebitsverzorging:
  • Jaarlijkse controle door dierenarts, vaker bij problemen
Nagels knippen:
  • Alleen wanneer ze te lang zijn, minder gauw wanneer dier op harde ondergrond leeft
  • Goed kijken naar kleur nagels voor knippen
Overige:
  • Ontwormen 4 x per jaar, inenten 1 x per jaar, reinigen van stal is dagelijks/wekelijks, ontsmetten 4 x per jaar

Slide 14 - Slide

Wat bedoelen we met periodiek?

Slide 15 - Open question

Ga naar kahoot.it!

Slide 16 - Slide