This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Hoe heet de bundel zenuwen in je rug?
A
het zenuwstelsel
B
de zintuigcellen
C
het ruggenmerg
Slide 1 - Quiz
Uit welke drie onderdelen bestaat het zenuwstelsel?
Slide 2 - Open question
Wat hoort in dit rijtje niet thuis? smaak – geur – geluid – zuurstof – licht a) Noteer het juiste antwoord. b) Leg je antwoord uit!!
Slide 3 - Open question
Er landt een beestje op je voorhoofd. Wat gebeurt er precies voordat jij het beestje bewust waarneemt. Schrijf de nummers van de zinnen in de juiste volgorde op. 1 Je wordt je bewust van het beestje op je voorhoofd. 2 De zintuigen in je huid nemen een prikkel waar. 3 De berichten komen aan in je hersenen. 4 De zintuigen sturen de berichten door je zenuwen. 5 De zintuigen zetten de prikkel om in berichten.
Slide 4 - Open question
Je hersenen reageren niet op alle prikkels die er zijn. Op welke van de onderstaande prikkels reageer je wel?
A
Er rijden de hele dag auto’s langs je huis.
B
Het water in de waterloop in je tuin stroomt naar beneden.
C
Je hond begint te blaffen als er iemand aanbelt.
D
De spreeuwen kwetteren op het dak.
Slide 5 - Quiz
In de tekening zie je een deel van het gezicht van een mens. Op welke plaats zit de traanklier?
A
op plaats 1
B
op plaats 2
C
op plaats 3
D
op plaats 4
Slide 6 - Quiz
Leg uit waarom je je neus vaak snuit als je huilt.
Slide 7 - Open question
Waardoor kun je scherp zien?
A
Doordat er een beeld op het netvlies ontstaat.
B
Doordat de vorm van het netvlies verandert.
C
Doordat de bolvorm van de ooglens verandert.
D
Doordat het beeld op het netvlies wordt omgedraaid.
Slide 8 - Quiz
Noa staat in een heel donkere gang. Ze doet een felle lamp aan. Wat gebeurt er met haar pupillen.
A
De pupillen worden kleiner, zodat er meer licht in de ogen valt.
B
De pupillen worden kleiner, zodat er minder licht in de ogen valt.
C
De pupillen worden groter, zodat er minder licht in de ogen valt.
D
De pupillen worden groter, zodat er meer licht in de ogen valt.
Slide 9 - Quiz
Dit onderdeel beschermt alles dat binnenin het oog ligt.
In dit onderdeel liggen spieren die de pupil groter en kleiner kunnen maken.
Via dit onderdeel gaan berichten uit de gezichtszintuigen naar de hersenen.
Deze onderdelen helpen mee om het oog allerlei kanten op te laten draaien
Harde oogvlies
iris
oogzenuw
oogspier
Slide 10 - Drag question
Sleep de namen naar het juiste nummer
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Vaatvlies
Harde oogvlies
netvlies
lens
hoornvlies
iris
oogzenuw
oogspieren
glasachtig lichaam
Slide 11 - Drag question
Wat is de weg van het geluid naar je hersenen?
-->
-->
-->
-->
-->
-->
gehoorbeentjes trillen
vocht in het slakkenhuis trilt
zintuigcellen zetten prikkel om in impulsen
impulsen gaan naar hersenen
geluid zorgt voor trillingen in de lucht
trommelvlies gaat trillen
Slide 12 - Drag question
Gehoorzenuw
slakkenhuis
gehoorbeentjes
evenwichts orgaan
trommelvlies
buis van Eustachius
oorschelp
gehoorgang
Slide 13 - Drag question
Jan heeft al een week oorpijn, ook kan hij niet zo goed meer horen. Als hij in het ziekenhuis komt ziet de arts dat zijn trommelholte vol met pus zit. Leg uit waarom Jan hierdoor minder goed kan horen.
Slide 14 - Open question
De opa van jan mag geen auto meer rijden. Dit komt omdat hij de borden niet meer scherp kan zien. Welke vorm kan de lens in het oog van de opa niet meer goed worden. A: Bol of plat B Wat is de opa van Jan? Bijziend of verziend.