Basisstof 1 en 2 3M

Thema 6
6.1
 Zintuigen
1 / 22
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Thema 6
6.1
 Zintuigen

Slide 1 - Slide

Wat weet jij al
van zintuigen?

Slide 2 - Mind map

Over welk zintuig zou jij meer te weten willen komen?

Slide 3 - Open question

Lesdoel 
Je kunt de werking van zintuigen beschrijven
Je kunt aangeven waar de gezichtszintuigen, gehoorzintuigen en evenwicht zintuigen liggen en wat de adequate prikkels zijn.

Slide 4 - Slide

Zoek het juiste zintuig
Voelen
Ruiken
Zien
Horen
Proeven

Slide 5 - Drag question

Zintuig
  • Een zintuig is een orgaan dat reageert op prikkels uit je omgeving.
  • Zintuigenstelsel

Slide 6 - Slide

Drempelwaarde en gewenning
Er ontstaan alleen impulsen als de prikkel sterk genoeg is -> drempelwaarde


Slide 7 - Slide

Drempelwaarde en gewenning
Er ontstaan alleen impulsen als de prikkel sterk genoeg is -> drempelwaarde

Bij blootstelling van dezelfde prikkels voor een lange tijd -> gewenning
(voelen van je kleren)


Slide 8 - Slide

Drempelwaarde en gewenning
Er ontstaan alleen impulsen als de prikkel sterk genoeg is -> drempelwaarde

Bij blootstelling van dezelfde prikkels voor een lange tijd -> gewenning
(voelen van je kleren)

Motivatie: bij aandachtig luisteren kan je horen bij een lage drempelwaarde

Slide 9 - Slide

Adequate prikkels
Elk type zintuigcel is gevoelig voor één bepaalde prikkel -> adequate prikkel

Licht -> oog
Geluid -> oor
Geur -> neus etc. 

Slide 10 - Slide

Je hersenen foppen je!
Je hersenen verwerken niet alle waarnemingen even snel. 

Slide 11 - Slide

Je hersenen foppen je!
Je hersenen verwerken niet alle waarnemingen even snel. 

Slide 12 - Slide

Door gewenning voel je druk van je kleding op je lichaam niet meer
A
Juist
B
Onjuist

Slide 13 - Quiz

Welke zintuigcel is het gevoeligst voor een bepaalde prikkel?
A
Een zintuigcel met een lage drempelwaarde
B
Een zintuigcel met een hoge drempelwaarde

Slide 14 - Quiz

6.2
Voelen, ruiken, proeven

Slide 15 - Slide

Lesdoel
Je kunt de werking van de zintuigen in je huid, de reukzintuigen en de smaakzintuigen beschrijven
Je kunt aangeven waar ze liggen en wat de adequate prikkels zijn

Slide 16 - Slide

De zintuigen in je huid

Slide 17 - Slide

Hoe ruik je?
  • Je ruikt met je reukzintuig

  • Het reukzintuig is deel van
     het neusslijmvlies

  • Geurstoffen komen via de 
     lucht bij het reukzintuig

Slide 18 - Slide

Het reukzintuig 

Slide 19 - Slide

Smaakzintuig
  • Liggen op de oppervlak van je tong.
  • Op je tong lopen fijne groefjes
  • Hiertussen liggen smaakknopjes
  • In die smaakknopjes liggen de smaakzintuigcellen
  • Het reukzintuig speelt een rol bij de smaken die je proeft 

Slide 20 - Slide

Welke smaken kan je proeven?
A
Bitter, umami en zoet
B
Zoet, zout en zuur
C
Zout, zoet en bitter
D
Zout, zoet, bitter, zuur en umami

Slide 21 - Quiz

Aan het werk!
Maak van basisstof 1 opdracht 1 t/m 4
Maak van basisstof 2 opdracht 5 t/m 11

Slide 22 - Slide