2.4 Strijden of sporten

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

De Oude Grieken

2.4 Strijden of sporten

Planning

Herhaling vorige paragraaf

Lesstof paragraaf 2.4 

Vragen over boekendoosopdracht of huiswerk? Kies KWT!

Huiswerk volgende les: lz + m  par. 2.4 

Let op: deadline boekendoos

Hoe konden de Griekse stadstaten onafhankelijk blijven?

Kolonies zorgden voor...

1. meer voedsel
2. meer handel
3. veiligheid
4. kennis

In het begin werden bijna alle stadstaten geregeerd door...

1. een groep aanzienlijke mensen
2. het volk
3. een koning/vorst
4. een tiran

Waarom is het ook alweer zo belangrijk om de Goden tevreden te houden?

De Grieken voelden zich één volk. Dat kwam echter beslist niet door

1. gemeenschappelijke taal
2. hetzelfde schrift
3. dezelfde bestuursvorm
4. dezelfde godsdienst

Hoe heette de oppergod van de oude Grieken?

1. Apollo
2. Poseidon
3. Zeus
4. Athena

Hoe heten de Grieken die opzoek gingen naar wijsheid?

1. Filosofen
2. Wetenschappers
3. Mythen
4. Priesters

Leerdoel

In deze paragraaf leer je:

• hoe de Grieken samen streden tegen de Perzen
• Welke oorlog de Grieken onderling voerden
• Hoe de Grieken samen sportten ter ere van de goden

Kenmerkend aspect bij deze paragraaf:

samen lezen par. 2.4 

Waarom viel Perzië Athene aan?

Wat is er zo bijzonder aan de Perzische oorlogen?

1. Alle Grieken werken samen tegen Perzië
2. De Grieken hadden na de oorlog één groot rijk.
3. Sparta en Athene gingen tegen elkaar vechten.
4. Athene verloor na de oorlog haar democratie.

Noem een overeenkomst tussen de Olympische spelen van nu en die van de Grieken.

Noem een verschil tussen de Olympische spelen van nu en die van de Grieken.

Huiswerk bespreken

• Vragen boekendoos/ SO
• Huiswerk controle
• Huiswerk moeilijke opdrachten bespreken

Huiswerk

volgende les: lz + m par. 2.4 

29 november: inleveren boekendoos of SO 

 

Begrippen uit deze les

• aanleiding
• bondgenoot
• buitenlandse politiek
• conflict
• feit
• motief
• offer
• religie
• rijk
• wapenstilstand

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen