What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Hoofdstuk 5 Woordenschat
Hoofdstuk 5
Woordenschat
1 / 19
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 3
This lesson contains
19 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Hoofdstuk 5
Woordenschat
Slide 1 - Slide
Stijlmiddelen
Hyperbool
Understatement
Litotes
Eufemisme
Slide 2 - Slide
Hyperbool
Overdrijven
Ik ben doodmoe!
Slide 3 - Slide
Understatement
Minder erg, minder mooi, minder belangrijk maken dan het in werkelijkheid is.
Het kost een paar centen, maar dan heb je ook wat.
Slide 4 - Slide
Litotes
Understatement waarbij je het tegenovergestelde ontkent van wat je bedoelt.
Dat klinkt niet slecht.
Slide 5 - Slide
Eufemisme
Nare en pijnlijke zaken verzachten.
Zijn opa is vorige maand heengegaan.
Slide 6 - Slide
Je gebruikt een hyperbool om je mening of emotie extra nadruk te geven.
A
waar
B
niet waar
Slide 7 - Quiz
Ik schaam me dood voor die grapjes van mijn vader.
= hyperbool
A
juist
B
onjuist
Slide 8 - Quiz
Wat is een hyperbool
A
Een wiskundige term
B
Een stijlfiguur waarbij je overdrijft
C
Een stijlfiguur in waarbij je heel erg sterk overdrijft
D
Een stijlfiguur waarbij je iets op een zachtere manier zegt
Slide 9 - Quiz
Welke van de
onderstaande stijlfiguren
is een hyperbool?
A
'nat water'
B
'brullende motor'
C
'vlug sjokken'
D
'eeuwen op iemand wachten'
Slide 10 - Quiz
Hij heeft een glaasje teveel op.
Overdrijving of understatement?
A
overdrijving
B
understatement
Slide 11 - Quiz
In welke zin zit understatement?
A
Je hebt een tien, geweldig!
B
Toen Jan een schrammetje op zijn vinger had, zei zijn broer: "Nou nou, als je maar niet doodbloedt!"
C
Toen oma was overleden zei opa dat ze teruggegeven was aan het universum.
D
Toen Lara een 1 had voor haar proefwerk, zei de leraar: "Het kon beter."
Slide 12 - Quiz
Wat is een understatement?
A
Een beeldspraak waarbij je beeld gebruikt
B
Een stijlfiguur waarmee je bewust iets extra sterk uitdrukt
C
Een stijlfiguur waarmee je iets bewust minder sterk uitdrukt
D
Een stijlfiguur waarmee je meerdere dingen opsomt achter elkaar
Slide 13 - Quiz
Als je het tegenovergestelde ontkent, is er sprake van de stijlfiguur ...
A
understatement
B
litotes
Slide 14 - Quiz
'NIET ONAARDIG gedaan', zie mevrouw Ducroo over mijn 9,7 voor Frans.
A
eufemisme
B
understatement
C
litotes
D
hyperbool
Slide 15 - Quiz
Litotes?
A
Dat heb je niet slecht gedaan!
B
Een tien voor het proefwerk? Dat is best netjes.
C
Spieken is geen onbekend verschijnsel op de middelbare school.
D
Toen Feyenoord kampioen werd stond het hele stadion op zijn kop.
Slide 16 - Quiz
Wat is een eufemisme?
A
Twee woorden met dezelfde betekenis
B
Iets naars wordt zachter gebracht
C
Een eigenschap van iets
D
Een overdrijving
Slide 17 - Quiz
Eufemisme?
Het ongeluk was veroorzaakt door een dame van gevorderde leeftijd.
A
ja
B
nee
Slide 18 - Quiz
Eufemisme of understatement?
Ik zit tussen twee banen.
A
Eufemisme
B
Understatement
Slide 19 - Quiz
More lessons like this
v3 stijlfiguren 26 items
September 2020
- Lesson with
26 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Walburg V3 Woordenschat/stijlfiguren 21 items
September 2021
- Lesson with
21 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
HA3: hyperbool, understatement, litotes, eufemisme
February 2020
- Lesson with
18 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
HA3: hyperbool, understatement, litotes, eufemisme
March 2019
- Lesson with
22 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
VWO 3 - Woordenschat h2
October 2018
- Lesson with
19 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
VWO 3 - Woordenschat h2
November 2016
- Lesson with
21 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Stijlfiguren 2
September 2021
- Lesson with
18 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
H2 Stijlfiguren
September 2023
- Lesson with
10 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3