Disco hfst 25 uitleg coniunctivus

Disco hfst 25
uitleg coniunctivus
1 / 22
next
Slide 1: Slide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Disco hfst 25
uitleg coniunctivus

Slide 1 - Slide

Programma
doelen
opzet en werkwijze
uitleg
oefenen
afronden

Slide 2 - Slide

Doelen
je weet waaraan je een coniunctivusvorm herkent
je kunt een werkwoordsvorm benoemen

je kent de eerste vertaalregels voor de coniunctivus

Slide 3 - Slide

Opzet en werkwijze
In deze les:
samen: korte uitleg over coniuncitvus
samen: korte oefeningen
individueel: oefeningen/uitgebreide uitleg -> vragen via chat
samen: afsluitende quiz

Na deze les: oefeningen inleveren; leren rijtjes/regels

Slide 4 - Slide

Het begrip 'coniunctivus'
verschil tussen:
venis <-> venias
mittit <-> mittat
vocabamus < - > vocaremus

Slide 5 - Slide

Het begrip 'coniunctivus'
verschil tussen:
veni-s <-> veni-a-s
mitt-i-t <-> mitt-a-t
voca-ba-mus < - > voca-re-mus

Slide 6 - Slide

Het begrip 'coniunctivus'
Er zijn TWEE sets persoonsvormen in het Latijn
Om die uit elkaar te houden noemen we:

de 'normale' indicativus (ind.)

de 'nieuwe' coniunctivus (coni.)

Slide 7 - Slide

Hoe herken je een coni.?

Slide 8 - Slide

Coniunctivus imperfectum
hele ww + uitgang

b.v. audire + tur => audiretur

dit geldt OOK voor onregelmatige werkwoorden

esse + t = esset

Slide 9 - Slide

Coniunctivus praesens
1. bij a-werkwoorden
-> A wordt E                        vocat > vocet
2. bij e/mk/i/io-werkwoorden
er komt een A bij                venit > veniat
3. bij onregelmatige werkwoorden
onregelmatig                     sum > sim
rijtjes staan in je boek en in de uitgebreidere uitleg

Slide 10 - Slide

dubitent
A
komt van een A-ww, dus indicativus
B
komt van een A-ww, dus coniunctivus
C
komt van een E-ww, dus indicativus
D
komt van een E-ww, dus coniunctivus

Slide 11 - Quiz

dormires
A
komt van een I-ww, dus indicativus
B
komt van een E-ww, dus coniunctivus
C
is een inf. met een uitgang, dus indicativus
D
is een inf. met een uitgang, dus coniunctivus

Slide 12 - Quiz

coniunctivus
indicativus
geen van beide
fallas
falleris
falleres
falles
fallis
fallereris
fallaris
falle

Slide 13 - Drag question

Hoe vertaal je een coni.?

Slide 14 - Slide

Coni. vertalen in hoofdzinnen
IND: Aliquid discimus = wij leren iets.
CONI: Aliquid discamus
1. TWIJFEL (in vraagzin): Aliquid discamus? = Moeten we iets leren?
2. MOGELIJKHEID (in 'gewone' zin): Discamus aliquid. = We zouden iets kunnen leren.
3. VERBOD (in 'bevel' zin met ne): Ne discas! = Jij moet niet leren.
4. AANSPORING (in 'bevel' zin): Discamus aliquid! = Laten we iets leren!
5. WENS: Utinam discamus aliquid. = Wij zouden graag iets wilen leren.

Slide 15 - Slide

Coni. vertalen
Dit waren regels voor hoofdzinnen.
Er komen er meer........
Context is belangrijk

Slide 16 - Slide

Oefenen
Ter keuze:

  • oefeningen maken (moet je inleveren!)
  • eerst uitgebreidere uitleg doornemen
  • vragen stellen via chat

Straks sluiten we af met een korte quiz

Slide 17 - Slide

Ken je de coni. al (een heel klein beetje) quiz

Slide 18 - Slide

curaretur is een coniuctivus
A
ja, van het praesens
B
ja, van het imperfectum
C
nee, het is een indicativus
D
nee, het is passief

Slide 19 - Quiz

convenitis is een coniuctivus
A
ja, van het praesens
B
ja, van het imperfectum
C
nee, het is een indicativus
D
nee, het is gebiedende wijs

Slide 20 - Quiz

coniunctivus
indicativus
geen van beide
dicas
vocas
duceret
sunt
dicet
possent
velim
esse

Slide 21 - Drag question

Huiswerk
> maak de oefeningen af en lever in via SOM
> leer de regels hoe je coni. moet herkennen
> leer de regels hoe je coni. moet vertalen
> stel je vragen via de berichtenbox

Slide 22 - Slide