Klas 4 tl bs 11.4 De iris en de ooglens en bs 11.5 Het netvlies

Thema 11 Zintuigen. Bs 4. De iris en de ooglens en basisstof 5. Het netvlies
1 / 20
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 4

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Thema 11 Zintuigen. Bs 4. De iris en de ooglens en basisstof 5. Het netvlies

Slide 1 - Slide

Start
Terugblik
Lesdoelen
Uitleg
Aan de slag
Evaluatie

Slide 2 - Slide

Heb je je werk van de vorige basisstof af? Opdrachten 1 t/m 7
😒🙁😐🙂😃

Slide 3 - Poll

Terugblik vragen
Met de volgende 3 vragen test je of je de stof van de vorige paragraaf hebt begrepen.

Slide 4 - Slide

wenkbrauw
traanklier
traanbuis
pupil
wimper
iris
ooglid
harde oogvlies

Slide 5 - Drag question

Het OOG: zet onderdelen op de juiste plaats
netvlies
gele vlek
oogzenuw
lens

Slide 6 - Drag question

Wat zorgt ervoor dat vocht niet in de ogen kan lopen?

Slide 7 - Open question

Door welke opening komt licht het oog binnen?

Slide 8 - Open question

Thema 11 Zintuigen. Bs 4. De iris en de ooglens en basisstof 5. Het netvlies

Slide 9 - Slide

Doelstelling Bs. 4 en Bs. 5
  • Je kunt beschrijven hoe de pupilreflex de grootte van de pupil regelt.
  • Je kunt beschrijven hoe op het netvlies een scherp beeld ontstaat.
  • Je kunt de bouw en de werking van het netvlies beschrijven.

Slide 10 - Slide

3

Slide 11 - Video

0

Slide 12 - Video

Laag met zintuigcellen (staafjes en kegeltjes)
Waar de oogzenuw het oog verlaat
Verandert de lens van vorm zodat je scherp kunt zien
Zorgt ervoor dat er een scherp beeld op je netvlies valt
Doorzichtig deel van het oog
Geeft structuur en vorm aan het oog
Gat wat licht doorlaat
Brengt impulsen naar de hersenen
Stevige buitenste laag van het oog
Bevat spiertjes die de grootte van de pupil regelen
Hoornvlies
Lens
Pupil
iris
straalvormig lichaam met lensbandjes
oogzenuw
netvlies
harde oogvlies
blinde vlek
glasachtig lichaam

Slide 13 - Drag question

Zet de juiste kenmerken bij het juiste lichtzintuig.
Staafjes
Kegeltjes
Om de gele vlek
In de gele vlek
Hoge prikkeldrempel
Lage prikkeldrempel
Scherp zicht, kleur
Contrast, grijstinten

Slide 14 - Drag question

02:41
2p 4. De pupil wordt kleiner door het samentrekken van spieren in de iris.
In de iris bevinden zich kringspieren en lengtespieren. Door het samentrekken van welke spieren wordt de pupil kleiner?

A
alleen door het samentrekken van kringspieren
B
alleen door het samentrekken van lengtespieren
C
door het samentrekken van kringspieren en door het samentrekken van lengtespieren

Slide 15 - Quiz

02:41
Pupilreflex
overdag
's nachts

Slide 16 - Drag question

04:39
Hoe noem je het constant veranderen van de sterkte van de ooglens?
A
scherpstellen
B
samentrekken
C
accommoderen
D
zoomen

Slide 17 - Quiz

Je kunt beschrijven hoe de pupilreflex de grootte van de pupil regelt. Kan jij dit nu?
😒🙁😐🙂😃

Slide 18 - Poll

Je kunt beschrijven hoe op het netvlies een scherp beeld ontstaat. Kan jij dit nu?
😒🙁😐🙂😃

Slide 19 - Poll

Je kunt de bouw en de werking van het netvlies beschrijven. Kan jij dit nu?
😒🙁😐🙂😃

Slide 20 - Poll