What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Herhaling werkwoord en passief
Herhaling werkwoord
(en een paar dingen die je nog niet gehad hebt: je weet dan wat er nog komt bij het werkwoord)
1 / 40
next
Slide 1:
Slide
Latijn
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
This lesson contains
40 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Herhaling werkwoord
(en een paar dingen die je nog niet gehad hebt: je weet dan wat er nog komt bij het werkwoord)
Slide 1 - Slide
ik zeg
ik zei
ik heb gezegd
ik had gezegd
ik zal zeggen
ik zal hebben gezegd
praesens
imperfectum
futurum
perfectum
plusquamperfectum
futurum exactum
Slide 2 - Drag question
Onvoltooid
Voltooid
praesens
imperfectum
futurum
perfectum
plusquamperfectum
futurum exactum
Slide 3 - Drag question
Onvoltooide vs Voltooide tijden
Onvoltooide tijden hebben een
praesensstam
:
(voca-, audi-, terre-, dic-)
Voltooide tijden hebben een
perfectumstam
:
(vocav-, audiv-, terru-, dix-)
Slide 4 - Slide
Werkwoorden zijn formules!
Tijd
Stam
(pr of pf)
kenletters
(geeft tijd aan)
bindvocaal
uitgang
praesens
praesensstam
-
(i voor -s/-t,
u voor -nt)
o, s, t, mus, tis, nt
imperfectum
praesensstam
(e)ba
-
m, s, t, mus, tis, nt
futurum
praesensstam
b (a/e-stam)
e/a (ik) (i/mk-stam)
(i voor -s/-t,
u voor -nt,
e voor -r)
o, s , t, mus, tis, nt
m, s, t, mus, tis, nt
perfectum
perfectumstam
-
-
i, isti, it, imus, istis, erunt
plusquamperfectum
perfectumstam
era
-
m, s, t, mus, tis, nt
futurum exactum
perfectumstam
er(i)
-
o, s, t, mus, tis, nt
Slide 5 - Slide
Werkwoorden zijn formules!
Tijd
Stam
(pr of pf)
kenletters
(geeft tijd aan)
bindvocaal
uitgang
praesens
dic
-
i
tis
imperfectum
dic
eba
-
mus
futurum
dic
e
s
perfectum
dix
-
-
it
plusquamperfectum
dix
era
-
nt
futurum exactum
dix
er
-
o
Slide 6 - Slide
Welke tijd is?
inceperam
A
praesens
B
futurum
C
plusquamperfectum
D
imperfectum
Slide 7 - Quiz
Welke tijd is?
dividis
A
praesens
B
perfectum
C
futurum exactum
D
imperfectum
Slide 8 - Quiz
Welke tijd is?
censebimus
A
praesens
B
perfectum
C
futurum
D
imperfectum
Slide 9 - Quiz
Welke tijd is?
dubitavit
A
perfectum
B
futurum exactum
C
futurum
D
imperfectum
Slide 10 - Quiz
Welke tijd is?
tetigeritis
A
perfectum
B
praesens
C
futurum
D
futurum exactum
Slide 11 - Quiz
Werkwoorden benoemen
Formuleer je antwoord als volgt:
prs/impf/pf/pqpf/fut/fut ex, 1/2/3, ev/mv
Slide 12 - Slide
Vertaal het werkwoord
resistam
Slide 13 - Open question
Vertaal het werkwoord
cepisti
Slide 14 - Open question
Vertaal het werkwoord
tremunt
Slide 15 - Open question
Vertaal het werkwoord
temptavero
Slide 16 - Open question
Vertaal het werkwoord
aspexeras
Slide 17 - Open question
Passieve persoonsvormen
De meester ziet de slaaf.
vs.
De slaaf wordt door de meester gezien.
Slide 18 - Slide
Actief
De meester ziet de slaaf.
onderwerp = degene die het doet. = de meester
lijdend voorwerp = degene die het ondergaat. = de slaaf
Slide 19 - Slide
Passief
De slaaf wordt gezien door de meester.
onderwerp = degene die het ondergaat. = de slaaf
lijdend voorwerp = niet aanwezig.
Bijwoordelijke bepaling = degene die het doet. = door de meester
Slide 20 - Slide
Welk hulpwerkwoord gebruik je om een zin passief te maken?
A
doen
B
zijn
C
hebben
D
worden
Slide 21 - Quiz
Passieve zinnen in het Latijn
Magister servum videt.
vs
Servus a magistro videtur.
Slide 22 - Slide
Hoe zie je in het Latijn dat een persoonsvorm passief is?
A
Er is een hulpwerkwoord toegevoegd.
B
Er zijn kenletters toegevoegd.
C
Er is een aparte persoonsuitgang.
D
Je kunt het alleen afleiden aan de context.
Slide 23 - Quiz
De persoonsuitgangen
Actief
Passief
o/m
(o)r
s
ris
t
tur
mus
mur
tis
mini
nt
ntur
Slide 24 - Slide
Actief
praesens
Actief
imper-
fectum
Passief
praesens
Passief
imper-
fectum
Actief praesens
Actief imper-fectum
Passief praesens
Passief imper-fectum
incendit
liberabamur
finis
parabatur
evertebas
mutantur
audimini
Slide 25 - Drag question
vertaal: videbaris
Slide 26 - Open question
vertaal: vocor
Slide 27 - Open question
vertaal: laudabimini
Slide 28 - Open question
vertaal: vincimur
Slide 29 - Open question
De handelende persoon
De handelende persoon (door wie de persoonsvorm gedaan wordt) kan in het Latijn op twee manieren aangegeven worden:
A(b) + ablativus --> Servus a magistro salutatur.
Losse ablativus --> Servus sole salutatur.
Slide 30 - Slide
Vertaal de volgende zin:
Servi a rege videntur
Slide 31 - Open question
Voces patre et matre audiuntur.
Slide 32 - Open question
amabamur
stam - (kenmerk) - uitgang
Slide 33 - Open question
vertaal: amabamur
Slide 34 - Open question
amaremur
stam - (kenmerk) - uitgang
Slide 35 - Open question
vertaal: amaremur
Slide 36 - Open question
tenebamini
stam - (kenmerk) - uitgang
Slide 37 - Open question
vertaal: tenebamini
Slide 38 - Open question
teneremini
stam - (kenmerk) - uitgang
Slide 39 - Open question
vertaal: teneremini
Slide 40 - Open question
More lessons like this
Les 30 - Passief
May 2024
- Lesson with
27 slides
Latijn
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
2023-08-30_Herhaling werkwoord en passief
March 2024
- Lesson with
34 slides
Latijn
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Herhaling SPQR les 30
October 2022
- Lesson with
10 slides
Latijn
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Latijn werkwoord toekomende tijden
November 2020
- Lesson with
30 slides
Latijn
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Herhaling SPQR les 30
May 2024
- Lesson with
10 slides
Latijn
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
3L - (Futurum + Futurum exactum)
October 2023
- Lesson with
18 slides
Latijn
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
werkwoordtijden herhalen
January 2021
- Lesson with
27 slides
Latijn
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
Herhaling Werkwoorden (6 tijden)
October 2024
- Lesson with
43 slides
Latijn
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2