Spreekvaardigheid Weer

• Duits
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Das Wetter

Werk hier zelfstandig 

Beschrijf het weer!

Der Wetterbericht:

Beschrijf het weer:

• Im Norden, im Westen, im Süden, im Osten.

Der Wetterbericht:

Beschrijf het weer:

• Im Norden, im Westen, im Süden, im Osten.

Vb. zinnen: 

"Im Norden regnet es und ist es kalt"

"Es ist.......Grad" und es ist regnerisch/kalt/nass"

Beschrijf eerst het weer in alle Kompasrichtingen,
Benoem de Wind, Temperatur, Wetterlage,
Gebruik evt. de stad in de buurt.

Sleep de juiste getallen bij elkaar!

zwanzig

eins

sechzehn

drei

siebzehn

zwölf

fünfzehn

neun

20

1

16

12

3

17

15

9

Der Wetterbericht:

Beschrijf het weer:

• Im Norden, im Westen, im Süden, im Osten.

Vb. zinnen: 

"Im Norden regnet es und ist es kalt"

"Es ist.......Grad" und es ist regnerisch/kalt/nass"

Beschrijf eerst het weer in alle Kompasrichtingen,
Benoem de Wind, Temperatur, Wetterlage,
Gebruik evt. de stad in de buurt.

Die Tage der Woche

maandag

dinsdag

woensdag

donderdag

vrijdag

zaterdag

zondag

der Montag

der Dienstag

der Mittwoch

der Donnerstag

der Freitag

der Samstag

der Sonntag

Hoe zeg je: "op maandag"?

1. am Montag
2. auf Montag
3. im Montag

Was ist der letzte Tag der Woche?

1. der Samstag
2. der Sonntag
3. der Samstertag
4. die Zonntag

Übersetze:
vertaal:
op zaterdag

Übersetze = vertaal:
op vrijdag

Übersetze = vertaal:
op dinsdag

Der Wetterbericht:

• Beschrijf het weer voor alle dagen, 
• Beschrijf eerst het weer in alle Kompasrichtingen, 
• Benoem de Wind, Temperatur, Wetterlage, 
• Gebruik evt. de stad in de buurt.
• Beschrijf elke dag apart!

"Am Dienstag im Norden scheint die Sonne und ist es ein bisschen

Am Wetter wird das Wetter besser / schlechter / schöner!"

Beschrijf eerst het weer in alle Kompasrichtingen,
Benoem de Wind, Temperatur, Wetterlage,
Gebruik evt. de stad in de buurt.
Beschrijf elke dag apart!

Der Wetterbericht:

• Beschrijf het weer voor alle dagen, 
• Beschrijf eerst het weer in alle Kompasrichtingen, 
• Benoem de Wind, Temperatur, Wetterlage, 
• Gebruik evt. de stad in de buurt.
• Beschrijf elke dag apart!

"Am Dienstag im Norden scheint die Sonne und ist es ein bisschen

Am Wetter wird das Wetter besser / schlechter / schöner!"

Beschrijf eerst het weer in alle Kompasrichtingen,
Benoem de Wind, Temperatur, Wetterlage,
Gebruik evt. de stad in de buurt.
Beschrijf elke dag apart!

Wat betekent besser?

1. beter
2. slechter
3. mooier
4. beste

Wat betekent schöner?

1. mooier
2. stommer
3. mooi
4. liefer

Wat betekent tot?

1. tut
2. tüt
3. bis
4. zum

Übersetze = vertaal:
beter

Übersetze = vertaal:
mooier

Übersetze = vertaal:
tot

Übersetze = vertaal:
16 tot 17 graden (getallen niet uitschrijven)

Der Wetterbericht:

• Beschrijf het weer voor alle dagen, 
• Benoem de Temperatur, Wetterlage, 
• Beschrijf na elke dag, of het weer 
• beter of slechter wordt?!?

"Am Montag regnet es / ist es regnerisch es ist 12 bis 16 grad.

Am Dienstag wird das Wetter besser / schlechter / schöner!"

Beschrijf het weer voor alle dagen,
Benoem de Temperatur, Wetterlage,
Beschrijf na elke dag, of het weer
beter of slechter wordt?!?

Sleep de juiste getallen bij elkaar

zwanzig

minus eins

sechzehn

drei

siebzehn

zwölf

fünfzehn

neun

20

-1

16

12

3

17

15

9

Ende

Check je feedback! Lever zo nodig je materiaal nog een keer in!