2.3 Egypte een rijk land.

De Oude Egyptenaren


2.3 Egypte een rijk land
1 / 18
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

De Oude Egyptenaren


2.3 Egypte een rijk land

Slide 1 - Slide

Leerdoel
Aan het eind van deze presentatie kun je herkennen en uitleggen op welke manier de Nijl van groot belang is voor de Oude Egyptenaren

Slide 2 - Slide



Eerste bewoners trekken achter hun dieren aan
en komen uit langs de oevers van de Nijl

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Dijkjes 
1
Sjadoef (waterpomp) 
2
De Nijl
3
Veeteelt
4
Geoogst graan
5
Kanaal
6
Sleep de nummers naar de goede plaats.

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Slide 8 - Slide

Hoe heet de vruchtbare grond die achterblijft door de overstroming van de Nijl?
A
Modder
B
Vruchtbare grond
C
Slib
D
Mest

Slide 9 - Quiz

Gevolgen irrigatielandbouw
  1. Grote oogsten met als gevolg voedseloverschotten
  2. Andere beroepen, omdat niet iedereen meer boer hoefde te zijn. Bijvoorbeeld houtbewerker, bronsgieter, pottenbakker. Zulke beroepen heten ambachten (producten maken met de hand).

Slide 10 - Slide

Farao
  • Vanaf 3000 v.C. werd Egypte geregeerd door een machtige koning: de farao.
  • Farao werd geholpen en gaf leiding aan alle ambtenaren
  • Zoon van de goden
blz. 23

Slide 11 - Slide

Rijk en arm
  • De Farao kon niet alles alleen en dus stelde hij ambtenaren aan. 

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

De Farao
  • Bestuur was nodig om de irrigatielandbouw te regelen.
  • Eerst waren dit dorpsleiders en later koningen van opper en neder Egypte, maar rond 3100 v.Chr werd dit een Farao.
  • Egyptenaren zagen de Farao als een god en betaalden hem een deel van hun oogst als belasting.

Slide 14 - Slide

Farao
slaven
boeren
handelaren
ambtenaren en schrijvers

Slide 15 - Drag question

Vraag 7: Welke taken had de farao in Egypte?
Taak van een farao
Geen taak van een farao
hij was de baas van het leger
 

Hij was de belangrijkste boer
Hij was de hoogste priester 
Hij was de hoogste rechter 
Hij was de belangrijkste uitvinder.

Slide 16 - Drag question

Staatsinrichting
Koninkrijk: Land met als staatshoofd een koning of koningin.
Staatshoofd: Koning of president van een land. 

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video