1.2 vorst krijgt absolute macht

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

                  De vorst aan de macht

Hoofdstuk 1.

Paragraaf 1.2

Leerdoel

Aan het eind van deze les kun je:

- uitleggen wat de 

  standensamenleving was.

- De drie standen noemen.

- Beschrijven wat absolutisme is.

- Ideeën van de verlichting  

  beschrijven

Agenda

Mededelingen
Wat weet je nog of al?
Theorie / Instructie
Oefenen
Zelfstandig werken
Herhalen
Evalueren & Afsluiten

Wat gaan we vandaag doen?

• Terugkoppeling vorige les
• Uitleg
• Opdrachten maken
• Samenvatting
• Afsluiten

1.2.1 De vorst krijgt absolute macht

- Standen vergadering

- 3 standen

- Minder macht

Standenmaatschappij

• Eerste stand: geestelijkheid.
  
• Tweede stand: adel.
  
• Derde stand: boeren.
  

Eerste stand

• Geestelijkheid;
  
• Bisschoppen;
• Priesters.

Zij hoefden geen belasting te betalen.

Tweede stand

• Adel;
• Edelen.

Ook zij hoefden geen belasting te betalen.

Derde stand

• Boeren;
• De rest van de bevolking.

• Zij moesten belasting betalen.
• Boeren moesten een deel van de oogst afstaan.
  
• Ze hadden niets te vertellen over het bestuur.

De vorst krijgt absolute macht

- Geen standen vergaderingen meer. 

- Absolutisme

- Kerk en koningen

Maken:

Paragraaf 1: opdracht 1 t/m 4

1.2.2 Twijfel aan de almacht van de vorst

- Verlichting :

1. Zelf nadenken.

2. Alle mensen zijn gelijk.

3. Iedereen heef recht op vrijheid, Meningsuiting en eigen geloof.

- Macht naar het volk.

- Houden aan de Grondrechten.

Maken:

Paragraaf 1: opdracht 5 t/m 10

Maken:

Paragraaf 1: opdracht 11 t/m 16

Huiswerk voor de volgende les:

paragraaf 1.2 af.

Filmpjes om thuis te kijken.