This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
4.1 cijfermateriaal
informatie uit een artikel halen
aantallen berekenen
rekenen met grote getallen
Slide 1 - Slide
Leerdoel
Ik kan informatie herkennen en uit een artikel halen.
Ik kan afronden en rekenen met grote getallen.
Slide 2 - Slide
Opgave 1
Slide 3 - Slide
Opgave 1
11
Slide 4 - Slide
Opgave 1
11
16
Slide 5 - Slide
Opgave 1
11
16
39
44
Slide 6 - Slide
Opgave 1
11
16
39
44
64
Slide 7 - Slide
Het aantal passagiers dat via Schiphol reisde, was in 2016 groter dan in 2000. Hoeveel scheelt dit? Laat zien met een berekening hoe je aan je antwoord komt
Slide 8 - Open question
Het aantal passagiers dat via Schiphol reisde, was in 2016 25 miljoen meer dan in 2000. Hoeveel procent is die toename?
Slide 9 - Open question
Getalwaarde
Slide 10 - Slide
Getalwaarde
Hoeveel is de 5 waard?
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
rond af op duizendtallen
38 duizend
419 duizend
18 duizend
Slide 13 - Slide
10*10*10=
A
1000
B
103
C
geen idee
Slide 14 - Quiz
38 000 =
38*1000
38*
3,8* = wetenschappelijke notatie
103
104
Slide 15 - Slide
38 000 =
3,8* = wetenschappelijke notatie
de komma komt achter het 1e cijfer, het aantal plaatsen dat de komma naar links is opgeschoven komt als macht boven de 10
104
Slide 16 - Slide
14 345 000 =
Schrijf in de wetenschappelijke notatie
zet de komma achter het eerste getal
rond af op 2 decimalen
1, 43 *
107
Slide 17 - Slide
rond af op miloenen 89 573 320
Slide 18 - Open question
Schrijf 45 573 in de wetenschappelijke notatie
Slide 19 - Open question
Bereken 4,5 miljard: 2,3 miljoen Rond af op duizendtallen
Slide 20 - Open question
Huiswerk
Maak 3.1 digitaal,
Schrijf de berekeningen in je schrift als deze niet gevraagd worden op de website