*Let op! Is voorlopig advies er kan dus nog van alles gebeuren!
Slide 7 - Slide
Schoolregels
Slide 8 - Slide
Puntjes op de i
* Zit iedereen in de groepsapp? (alleen voor school! Andere app maken als ''onzin klassenapp)
* Bel-leerlingen (Wie gaat er als eerste van huis?)
Slide 9 - Slide
Speurtocht door de school
* Maak de opdrachten uit je coach-mapje met de speurtocht door de school!
Slide 10 - Slide
Vossenjacht
* Groepjes van 5 leerlingen
* 12:40 uur starten -> Meneer Bakhuis stuurt jullie weg naar centrum Ommen
* 12:40 - 14:00 -> Zoeken naar de vossen op je blaadje die je hebt meegekregen Elke vos moet een handtekening zetten (Let op! Dpn heeft ijs =] )
* 14:00 uur terug naar het Vechtdal College, lokaal 206
* 14:30 uur -> Eindtijd
Slide 11 - Slide
Programma voor morgen (donderdag)
Meenemen: - lunchpakket & (voldoende) drinken - Etui, met pennen en kleurpotloden.
- Coach mapje
- Goed humeur
- Kluissleutel
- Boeken waarvan je les hebt (aardrijkskunde en wiskunde) * Louay -> Trakteren!
Wat we gaan doen: - Laptops ophalen en installeren - Eerste lessen volgen
Slide 12 - Slide
Donderdag
Meenemen
Om 9.30 tot 12.10 uur
laptop
rooster komende week
12.40 - 13:20 uur beeldende vorming (Swm)
13:20 - 14:00 uur aardrijkskunde (Hnd)
14.00 uur coachuur (Kag)
Meenemen
Inlogcodes
lunchpakket en drinken
etui (i.i.g. potlood en pen)
Slide 13 - Slide
Dit ben ik-tas
Neem aanstaande vrijdag een tasje mee met 3 dingen waardoor de klas jouw beter leert kennen. Alles moet in de tas passen, past het niet? Doe dan eeen foto/plaatje van het voorwerp in je tas.
We kijken er naar uit jou te leren kennen .
Slide 14 - Slide
Programma voor morgen
Meenemen: - lunchpakket & drinken - Etui, met in elk geval pen of potlood.
Wat we gaan doen: - Kennismaking met de school - Een aantal zaken regelen - Vossenjacht!
Om 9.00 uur verzamelen we in lokaal 210!~ De dag duurt tot ongeveer 14.00.
Slide 15 - Slide
Zijn er nog vragen?
Dan horen wij het uiteraard graag :)!
Slide 16 - Slide
Vrijdag
2e t/m 4e lesuur
les volgens het rooster
5e lesuur
mentorles (evalueren & start tas opdracht).
Slide 17 - Slide
Lijk jij op mij?
Zoek in duo’s drie dingen die je gemeenschappelijk hebt. Wees origineel!
Trekken jullie allebei eerst je linkerschoen aan en dan pas je rechter? Of lopen jullie enkel op de witte strepen
van het zebrapad?
Slide 18 - Slide
Rondedans
De groep wordt verdeeld in 2 gelijke delen. De ene groep vormt een binnencirkel, de andere een buitencirkel.
De kinderen van de binnencirkel kijken naar de kinderen van de buitencirkel. Iedereen krijgt een blad en schrijft daar zijn eigen naam op. Je wisselt nu telkens jouw blad met de persoon voor je.
Mevrouw Kats geeft telkens een opdracht, bijvoorbeeld "Teken de neus van de persoon voor je". Daarna worden de bladen teruggegeven (heeft iedereen dus weer zijn eigen blad) en schuift de buitenste kring een persoon door. Mevrouw Kats geeft opnieuw een tekenopdracht. Dit gaat zo door totdat je iedereen uit de kring hebt gezien. Toon nu maar het resultaat!
Slide 19 - Slide
Namendans
We staan in een kring. De spelleider begint, hij zoekt een
gekke beweging bij zijn naam. Hij zegt zijn naam en doet de beweging erbij.
Iedereen herhaalt dit.
Dan is het de beurt aan de volgende. Zo gaan we de kring rond. Daarna doen we het opnieuw, maar nu moet je telkens de namen van diegenen
die al geweest zijn herhalen.
Foutje? Dan ga je zitten en begint de volgende met een nieuwe rij.
Wie blijft er over?
Slide 20 - Slide
Iedereen gaat in een kring staan. Geef de leerlingen als aanwijzing om aan de eerste letter van hun naam te denken en een actie te bedenken die met dezelfde letter begint. Deze actie moeten ze ook kunnen uitvoeren.
bijvoorbeeld: "Ik heet Lisa en ik lach!" Het kind naast je herhaalt jouw naam en beweging en noemt daarna zijn/haar eigen naam en beweging. Het kind daarnaast herhaalt beide namen en bewegingen voordat hij/zij zelf de naam en beweging noemt. Enzovoort (zoals bij: ik ga op vakantie en neem mee...).
Slide 21 - Slide
vliegtuigje
Pak een a4'tje en zet je naam erop. Draai dan de blaadjes om en noteer links vier doelen en rechts vier dingen waar je trots op mag zijn. Vouw een vliegtuigje en laat dit zo ver mogelijk vliegen.
Vervolgens ga je op zoek naar een vliegtuigje dat niet van jou is. Lees de doelen en noteer er feedback bij voor de ander; hoe kan hij/zij dit doel bereiken. Lees ook de zaken waar de ander trots op is en vul dit aan met nog minstens één ander ding waar diegene trots op kan zijn. Vervolgens gaan de blaadjes terug naar de leerkracht.