5.1 - Gebergten en laagvlakten

5.1 Gebergten en laagvlakten
1 / 30
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

5.1 Gebergten en laagvlakten

Slide 1 - Slide

Lees paragraaf 5.1. Beantwoord de vragen in je schrift



1. Hoe zijn de bergen in Europa ontstaan?
2. Wat zijn de drie verschillende fasen waarin dit gebeurde?
3. Welke bergen behoren tot de oudste in Europa en welke tot de jongste?
4. Wat zijn plooiingsgebergten en hoe worden ze gevormd?
5. Hoe hebben rivieren, de zee en ijs bijgedragen aan de vorming van de laagvlakten in Europa?
6. Welke grote rivieren hebben een belangrijke rol gespeeld bij het vormen van de lage gebieden in Europa, en hoe hebben ze dat gedaan?
7. Op welke manier heeft de aanwezigheid van landijs tijdens ijstijden het landschap van Europa beïnvloed, en wat zijn enkele gevolgen hiervan?



Slide 2 - Slide

Startopdracht
Zoek met behulp van internet en de atlas
1. De Alpen, de Povlakte, Scandinavisch hoogland, Smaland, de Karpaten, de Ardennen, 
2. Zet per gebied om welke hoogtegordel het gaat. Kies uit: laagland, heuvelland, middelgebergte, hooggebergte. 
3. Leg voor de Alpen, de Povlakte en de Ardennen uit hoe deze zijn ontstaan. 


timer
1:00

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Plooiingsgebergte

Slide 5 - Slide

Reliëfvormen

Slide 6 - Slide

Plooiingsgebergte

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Reliëf
Ouderdom gebergte

Slide 9 - Slide

  OUD EN JONG GEBERGTE
jong gebergte
oud gebergte

Slide 10 - Slide

Jonge- en oude gebergten
In Europa zijn gedurende drie perioden gebergten gevormd:
  • ongeveer 400 miljoen jaar Caldeonische orogenese
  • ongeveer 300 miljoen jaar Hercynische orogenese
  • ongeveer 65 miljoen jaar geleden Alpiene orogenese


Slide 11 - Slide

Kenmerken jong/ oud gebergte 
Jong gebergte:
  • hoog
  • steile hellingen
  • spitse bergtoppen
  • diepe dalen
Oud gebergte:
  • lager
  • flauwe hellingen
  • afgeronde toppen
  • minder diepe / bredere dalen

Slide 12 - Slide

Laagvlakten worden opgebouwd door materiaal dat in het verleden is neergelegd door:
  • Sedimenten
  • Rivieren
  • Zee
  • IJs
 

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Zelfstandig werken
5.1 Gebergten en laagvlakten
Opdr t/m 8 

Slide 15 - Slide

wat is erosie?
A
Rimpel in het water die meestal wordt veroorzaakt door de wind die over het wateroppervlak waait.
B
Stenen die van een hoge berg afbrokkelen.
C
Het uitschuren en afschuren van hard gesteente door met verweringsmateriaal geladen water, ijs of wind.
D
Het neerleggen van materiaal aan het einde van een rivier.

Slide 16 - Quiz

Verwering is...
A
het vervoeren van stenen en zand door een rivier
B
het kapot gaan van stenen door vorst, temperatuur verschillen en wortels van bomen
C
de druk van rotsen op een helling
D
het transport van grote keien in een gletsjer

Slide 17 - Quiz

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Laagland. Hier is de bevolkingsdichtheid hoog. Dit wil zeggen dat er hier in een klein gebied veel mensen wonen. Dit komt door de vlakke grond die geschikt is voor de landbouw omdat de grond vruchtbaar is.
In het hooggebergte gebied is de bevolkingsdichtheid laag door het sterke reliëf en de lage temperatuur. Hier wonen dus weinig mensen.

Slide 20 - Slide

Mechanische verwering
Gesteente verandert niet van samenstelling, maar brokkelt af.

Door temperatuur of planten.

Slide 21 - Slide

Vorstverwering

Slide 22 - Slide

Erosie
= uitschuren van gesteente / materialen door water, wind en ijs.

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Van de bergen naar de zee
Reliëf zijn hoogteverschillen in het landschap. 
We hebben een:
  • laagland ( <200m)
  • heuvelland (200 - 500m)
  • middelgebergte (500 - 1500m)
  • hooggebergte ( >1500m)

Slide 26 - Slide

De Alpen is een ....
A
Middelgebergte
B
Laagland
C
hoogvlakte
D
Hooggebergte

Slide 27 - Quiz

Met zijn 694 meter hoogte is het Signaal van Botrange in de Hoge Venen het hoogste punt van België.
A
Middelgebergte
B
Laagland
C
hoogvlakte
D
Hooggebergte

Slide 28 - Quiz

Heuvelland
Hooggebergte
Laagland
Middelgebergte
<200m
200 - 500m
500 - 1500m
>1500m

Slide 29 - Drag question

Landen
Ierland
Letland
Portugal
Zwitserland
Zweden
Andorra
Moldavie
Bosnië-Herzegovina
Tsjechie
Bulgarije

Slide 30 - Drag question