Basisstof 2. Hormonale regulatie

Basisstof 2. Hormonale regulatie
Aan het einde van de les kan je de kenmerken van communicatie en coördinatie met hormonen noemen en de werking van een aantal hormonen beschrijven. 
1 / 17
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 17 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Basisstof 2. Hormonale regulatie
Aan het einde van de les kan je de kenmerken van communicatie en coördinatie met hormonen noemen en de werking van een aantal hormonen beschrijven. 

Slide 1 - Slide

Bespreken huiswerk
Vragen?

Slide 2 - Slide

Hypofyse
  • Ligt tussen de twee hersenhelften in
  • Bestaat uit 2 gedeelten: voorkwab  en achterkwab
  • Produceert enkele hormonen die de werking van andere hormoonklieren beïnvloeden. 
  • De secretie van hormonen door de hypofyse wordt geregeld door de hypothalamus

Slide 3 - Slide

De hypofyse produceert: 
  • FSH
  • LH
  • TSH
  • Oxytocine
  • ADH
  • GH
Oxytocine: stimuleert ontstaan weeën en melksecretie. 


Slide 4 - Slide

Wat zie je in de afbeelding?

Van welk hormoon zal deze persoon nu waarschijnlijk veel in haar lichaam hebben?

Slide 5 - Slide

De nieren
ADH: regelt resorptie water in nieren bij vorming urine.

Epo: bij onvoldoende zuurstof (in de nieren) wordt epo gemaakt, dit stimuleert de productie van rode bloedcellen in het rode beenmerg.

Slide 6 - Slide

De bijnier
  • De bijnier ligt boven de nier
  • De bijnier maakt adrenaline
  • Adrenaline = paniekhormoon
Zorgt voor: snellere hartslag.  snellere ademhaling, meer verbranding (dus meer energie). 

Glycogeen in lever en spieren wordt omgezet tot glucose --> glucosegehalte stijgt.
Adrenaline = enige hormoon met een snelle en kortdurende werking

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Eilandjes van Langerhans

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Insuline
Glucagon
Lage bloedsuiker
Hoge bloedsuiker
Bloedsuiker stijgt
Bloedsuiker daalt

Slide 16 - Drag question

Huiswerk
4, 9, 10, 13, 14, 16

Slide 17 - Slide