Thema 4: Muziek. Schrijven

Thema 4: MUZIEK
1 / 21
next
Slide 1: Slide
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 4

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Thema 4: MUZIEK

Slide 1 - Slide

Terugblik
Wat hebben we tot nu toe gedaan?
- Belangrijke woorden
- Spelling en grammatica
- Lezen

Slide 2 - Slide

Wat is het meervoud van: de repetitie?
A
de repetities
B
de repetitien
C
de repetitieen
D
de repetitieën

Slide 3 - Quiz

Wat is het meervoud van: de fantasie
A
de fantasies
B
de fantasien
C
de fantasieen
D
de fantasieën

Slide 4 - Quiz

Wat is het meervoud van: het muziekstuk
A
de muziekstuks
B
de muziekstukken
C
de muziekstuken
D
de muziekstuksen

Slide 5 - Quiz

Wat is het meervoud van: de solo?
A
de solos
B
de solon
C
de solo's
D
de solo-en

Slide 6 - Quiz

Wat is het meervoud van: het lied?
A
de lieds
B
de lieden
C
de liederen
D
de liedjes

Slide 7 - Quiz

De regelmaat waarmee iets zich herhaalt, vooral geluid.
A
Het refrein
B
Het couplet
C
Het genre
D
Het ritme

Slide 8 - Quiz

Het begin van een muziekstuk.
A
Het intro
B
Het tempo
C
Het refrein
D
Het couplet

Slide 9 - Quiz

Wat zie je hier?
A
de artiest
B
de dirigent
C
het podium
D
het orkest

Slide 10 - Quiz

Bedenken en opschrijven van een muziekstuk.
A
Applaudisseren
B
Componeren
C
Instuderen
D
Reperteren

Slide 11 - Quiz

Niet elektrisch versterkt.
A
Akoestisch
B
Elektrisch
C
Instrumentaal
D
Het genre

Slide 12 - Quiz

Globaal lezen

Zoekend lezen
Intensief lezen
Tekst bekijken
Tekst heel erg goed lezen
Tekst gericht lezen
Je bekijkt: plaatjes/titel/tussenkopjes
Je wilt de tekst en de boodschap echt goed begrijpen
Je wilt bepaalde informatie weten

Slide 13 - Drag question

Je wilt weten wat een nieuwe IPhone kost en leest een reclamefolder van een electronicazaak...
A
Globaal lezen
B
Intensief lezen
C
Zoekend lezen
D
Doorlezen

Slide 14 - Quiz

Je leert voor een toets van M&M
Wat is de beste manier?
A
Globaal lezen
B
Intensief lezen
C
Zoekend lezen
D
Niet lezen

Slide 15 - Quiz

De verticale lijn (van boven naar beneden)
in een tabel is een ...
A
Rij
B
Kolom
C
Schema
D
Tabel

Slide 16 - Quiz

De horizontale lijn (van links naar rechts)
in een tabel is ...
A
Rij
B
Kolom
C
Schema
D
Tabel

Slide 17 - Quiz

Welke hoofdstukken hebben we
van het thema: muziek gedaan?
A
Belangrijke woorden Lezen Schrijven
B
Belangrijke woorden Lezen Samenwerken
C
Belangrijke woorden Spelling en grammatica Schrijven
D
Belangrijke woorden Spelling en grammatica Lezen

Slide 18 - Quiz

Hoofdstuk 4: SCHRIJVEN
Aankondiging = vertelt dat er iets gaat gebeuren

Wat moet er staan:
- WAT is er?
- WANNEER is het?
- WAAR is het?
- WAAR extra informatie
Bijvoorbeeld: een brief/email - een poster - een flyer

Slide 19 - Slide

Hoofdstuk 4: SCHRIJVEN
Een aankondiging kan ook zijn: een uitnodiging

  • Wanneer stuur je iemand een uitnodiging?
  • Wat voor uitnodigingen zie je hier?
  • Stuur jij wel eens een uitnodiging?

Slide 20 - Slide

Doelen H4: SCHRIJVEN
  • Je weet wat een aankondiging is.
  • Je weet wat een uitnodiging is.
  • Je weet welke informatie je in een uitnodiging/aankondiging moet zetten.

Slide 21 - Slide