week 12: H4 verkleinwoorden

Welkom bij Nederlands!


Ben je thuis? Op tafel ligt:
  • Je laptop (Teams)
  • Je telefoon (LessonUp)
  • Opladers

Ben je op school? Op tafel ligt:
  • Je laptop (LessonUp)













Meld je alvast aan bij LessonUp. De code staat in de chat en hier linksonder.
1 / 28
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Welkom bij Nederlands!


Ben je thuis? Op tafel ligt:
  • Je laptop (Teams)
  • Je telefoon (LessonUp)
  • Opladers

Ben je op school? Op tafel ligt:
  • Je laptop (LessonUp)













Meld je alvast aan bij LessonUp. De code staat in de chat en hier linksonder.

Slide 1 - Slide

  • Weektaak niet af:  Aljan, Aster, Stefan, Dylan, Rens, Sascha, Demi, Julia, Stijn, Alicia, Eliza, Tijn 




  • Abdiaziz: dinsdag
Weektaak

Slide 2 - Slide

  • Voor of op donderdag 18 maart: +0,5
  • Tussen 19 maart en donderdag 25 maart: geen punten aftrek
  • Na donderdag 25 maart: elke lesdag een punt eraf
  • In Teams inleveren!
Boekverslag inleveren

Slide 3 - Slide

  • Verwijswoorden
Vorige les

Slide 4 - Slide





  • Mijn vriendje is boos op jou.

  • Er staat altijd een bezit direct achter 'mijn'
  • Mijn + bezit zitten aan elkaar vast







  • De docent geeft mij/me de toets terug.

  • Er staat geen bezit direct achter 'mij'

Me, mij en mijn?

Slide 5 - Slide





  • Jouw toets ligt nog thuis.

  • Er staat altijd een bezit direct achter 'jouw'
  • Jouw + bezit zitten aan elkaar vast






  • De docent geeft jou de toets terug. 

  • Er staat geen bezit direct achter 'jou'
Je, jou en jouw?

Slide 6 - Slide





  • Je toets ligt nog thuis.

  • Er staat wel bezit direct achter 'je'




  • De docent geeft je de toets terug. 

  • Er staat geen bezit direct achter 'je'
Je?

Slide 7 - Slide


Je kan bij bezit en zonder bezit!
Ik zie je. Je tas ligt op de stoel.

Me kan alleen zonder bezit.
Jij ziet me. Me tas ligt op de stoel.
Je en me

Slide 8 - Slide

Bedenk twee zinnen:

- Een zin waarin 'me' goed wordt gebruikt.
- Een zin waarin 'mijn' goed wordt gebruikt.

Slide 9 - Open question

Gisteren is _____ fiets gestolen.
A
je
B
jouw
C
jou

Slide 10 - Quiz

Ik was ____ elke dag.
A
me
B
mijn

Slide 11 - Quiz

____ zusje is superirritant.
A
Me
B
Mijn

Slide 12 - Quiz






Taalverzorging


Grammatica



Donderdag 1 april

























Na de lessen deze week...
  • kun je verkleinwoorden goed spellen.


  • heb je grammatica H1 t/m H4 herhaald.


S.O. grammatica H1 t/m H4 (1x)
Doel

Slide 13 - Slide

Je kunt verkleinwoorden goed spellen. 





Doel

Slide 14 - Slide




huis
stok
boek




huisje
stokje
boekje
Verkleinwoorden

Slide 15 - Slide

Hoe maak je een verkleinwoord in het Nederlands? Gebruik het woord 'achtervoegsel' in je uitleg.

Slide 16 - Open question



stoel
boom
ketting
auto
stem
ring



stoeltje
boompje
kettinkje
autootje
stemmetje
ringetje

  • Soms moet je dus nog iets veranderen. 
Verkleinwoorden

Slide 17 - Slide

gebruik je een woordenboek of kijk je op www.woordenlijst.org.

Als je twijfelt...

Slide 18 - Slide

Wat is het verkleinwoord van 'teen'?

Slide 19 - Open question

Wat is het verkleinwoord van 'gitaar'?

Slide 20 - Open question

Wat is het verkleinwoord van 'logé'?

Slide 21 - Open question

Je kunt verkleinwoorden goed spellen.






Doel

Slide 22 - Slide



Wat? 
  • H4, taalverzorging: verkleinwoorden
  • Startopdracht mag je overslaan
  • Gebruik www.woordenlijst.org


Hoe?
  • Je blijft in LessonUp en Teams
  • Audio = uit.

Tijd?





Vragen?
  • In de chat of mail. In of na de les antwoord. 


Klaar? 
  • Boekverslag afmaken
  • Woordenlijst oefenen: Quizlet (klik of in SOM) of bestand (in SOM/Teams)
  • Alvast leren voor de toets grammatica (zie donderdag 1 april SOM)
  • Weektaak volgende week: H5, lezen

Aan het werk
timer
1:00

Slide 23 - Slide






Na deze les...
  • kun je verkleinwoorden goed spellen. 

Doel

Slide 24 - Slide

Schrijf in één minuut zoveel mogelijk verkleinwoorden goed op.
timer
1:00

Slide 25 - Open question

Schrijf de belangrijkste punten van de uitleg op.

Denk aan:
Hoe maak je een verkleinwoord?
Wat doe je als je niet weet hoe je een verkleinwoord schrijft?

Slide 26 - Open question






Taalverzorging


Grammatica




























Na de lessen deze week...
  • kun je verkleinwoorden goed spellen.


  • heb je grammatica H1 t/m H4 herhaald.



Doel

Slide 27 - Slide

Volgende lessen
Donderdag: 
  • Grammatica H1 t/m H4 herhalen (in de les)

Maandag: weektaak af
  • H4, taalverzorging: verkleinwoorden
  • Leren voor de S.O. grammatica


Donderdag 25 maart: boekverslag inleveren poging 2 voor 12 uur 's nachts in Teams
Donderdag 1 april: S.O. grammatica H1 t/m H4

Slide 28 - Slide