This lesson contains 35 slides, with text slides and 5 videos.
Criteria:
- Volwassenenliteratuur
- Young Adult
- Kies een boek waarvan je denkt dat je het leuk gaat vinden.
- Een weeffout in onze sterren (John Green)
- Ik geef je de zon (Jandy Nelson)
- Tsjik (tip voor jongens) (Wolfgang Herrndorf)
- De boekendief (Markus Zusak)
- Honderd uur nacht (Anna Woltz)
- Wij leugenaars (E. lockhart)
- Hex (Thomas Olde Heuvelt)
- De macht van meneer Miller (Charles den Tex)
- Cel (Charles den Tex)
- De jongen in de gestreepte pyjama (John Boyne)
- De jongen op de berg (John Boyne)
- Lieveling (Kim van Kooten)
- Thrillers van Saskia Noort, Esther Verhoef
- IV (Arjen Lubach)
Chronologische of niet-chronologische volgorde
Verhalen die in volgorde van tijd worden verteld, verlopen chronologisch.
Een terugverwijzing in een boek wijst met een kort zinnetje terug naar iets wat in het verleden gebeurd is. Bijvoorbeeld:
'Hij dacht terug aan die ochtend waarin hij haar nog in zijn armen had gehouden.'
Een terugverwijzing is korter dan een flashback. Bij een flashback spring je voor een langere periode terug in de tijd.
Vertelde tijd: De tijd die een schrijver beschrijft. Dit kan een dag, een week, een maand, een jaar of zelfs vele jaren zijn.
Verteltijd: Hoeveel bladzijdes heeft het boek. Het is eigenlijk de tijd die jij nodig hebt om het verhaal hardop voor te lezen.
In welke ruimte(s) speelt het verhaal zich vooral af? Het gaat hierbij om ruimtes die van belang zijn voor het verhaal.
Wat heeft de ruimte te maken met het thema van het verhaal?
Verklaar de titel van het boek.
Vat het boek samen in maximaal vier of vijf zinnen.
Wat is het thema van het boek?
Wat is het thema van het boek?
Voorbeelden van thema's zijn: verraad, vriendschap, mishandeling, verlies, ziekte enz.
In hoeverre sluiten de gekozen ruimtes van de schrijver aan bij het thema?
Wanneer begint het verhaal echt te lopen?
Door welke gebeurtenis worden alle andere gebeurtenissen op gang gebracht?
Beschrijf het einde van het boek. Hoe loopt het verhaal af? Is het een open of een gesloten einde?
Vind je het een goed einde of juist niet? Leg uit!
Hoofdpersonen: karakter en uiterlijk
Bijpersonen: karakter en uiterlijk
Ik-verteller (ik)
Personale verteller (hij/zij)
Auctoriale/alwetende verteller (weet alles over iedereen)
Meervoudige verteller (verschillende perspectieven)
Onderbouw je antwoord!
Extra uitleg: https://boekenblog.wordpress.com/2016/02/07/belangrijke-begrippen-verteller-en-perspectief/