This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 15 min
Items in this lesson
E2 Security
H2 aanvallers
en verdedigers
Slide 1 - Slide
Leerdoelen
Je kent de drie beveiligingsaspecten vertrouwelijkheid, integriteit en beschikbaarheid.
Je kunt verschillende vormen van authenticatie noemen.
Je weet wat de two factor authentication betekent.
Je weet het verschil tussen authenticatie, identificatie en verificatie.
Je bent bekend met encryptie en weet het verschil tussen encryptie en hashing.
Je weet wat een DDoS-aanval is.
Slide 2 - Slide
Quizvraag
Er zijn 8 vragen.
Voor elke vraag heb je 30 seconden de tijd.
Slide 3 - Slide
Ik heb dit hoofdstuk doorgewerkt
A
Ja
B
Nee
Slide 4 - Quiz
Wanneer spreek je van een ‘SQL-injection’? Wanneer ...
A
er data worden verzonden in een query.
B
er – naast data – tevens een vorm van malware mee wordt verzonden in een query.
C
een query door onbevoegden is aangepast.
D
een query door onbevoegden wordt onderschept en de query dus niet bij de database terechtkomt.
Slide 5 - Quiz
Je bent verbonden met een openbaar wifinetwerk. Zonder dat je het weet worden gegevens, die jij naar websites verstuurt, afgevangen. Hoe heet deze vorm van internetcriminaliteit?
A
SQL-injection.
B
Man-in-the-middle
C
Middleware
D
End-to-end
Slide 6 - Quiz
Waarvoor dient een SSL-certificaat?
A
een officiële erkenning door de overheid, dat een website legaal is.
B
de identificatie van de eigenaar van de website.
C
beveiliging binnen je webbrowser, zodat gegevens versleuteld worden.
Slide 7 - Quiz
Welke stelling over end-to-end encryption en het HTTPS-protocol is waar?
A
Beide beveiligingen zorgen voor een gelijkwaardige bescherming, maar zijn gebaseerd op een andere techniek.
B
HTTPS is veiliger, omdat dit de kans op een man-in-the-middle kleiner maakt dan bij end-tot-end encryption.
C
End-to-end encryption is veiliger, omdat gegevens ook versleuteld opgeslagen bij client en servers.
Slide 8 - Quiz
Hoe snel is een wachtwoord van 8 tekens middels brute force ongeveer te achterhalen?
A
Tussen de 24 en 48 uur.
B
Binnen 24 uur.
C
Binnen 1 uur.
D
Binnen een paar minuten
Slide 9 - Quiz
Welke stelling over spyware en adware is juist?
A
Spyware gebruikt je adresboek om e-mailberichten met een virus aan je contacten te sturen. Adware doet dat niet.
B
Spyware is een vorm van adware en toont niet alleen advertenties zoals adware, maar registreert ook klikken op advertenties.
C
Adware installeert virussen op je computer, spyware doet dat niet.
D
Adware toont alleen advertenties, spyware achterhaalt informatie over het computergebruik.
Slide 10 - Quiz
Je hebt op een verkeerde link geklikt. Er verschijnt een bericht op je beeldscherm. Er wordt gezegd dat je bestanden versleuteld zijn. Je kan dit ongedaan maken, door bitcoins te betalen. Met welke vorm van malware heb je nu te maken?