Hoofdstuk 2.2 Energiebronnen

Energiebronnen
1 / 43
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 43 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Energiebronnen

Slide 1 - Slide

Leerdoel
  • Wat is het verschil tussen fossiele en hernieuwbare energie?
  • Leg uit waarom de gaskraan dicht gaat in 2028?
  • Welke energiebronnen worden er in Nederland het meeste gebruikt?
  • Waarom is het gebruik van sommige hernieuwbare energie bronnen in Nederland lastig?

Slide 2 - Slide

Vorige les

Slide 3 - Slide

Nederlandse energie

Fossiele energiebronnen:  ontstaan uit resten van planten of dieren. Raken op.
Steenkool, aardolie, aardgas.
Hernieuwbare energiebronnen:
raken niet op
zon, wind, water




Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Slide 6 - Video

Hoe ging dat vroeger?

 kolen uit limburg tot 1975.
  1. zwaar werk
  2. lonen stegen
  3. import van steenkool en gebruik van Nederlands
            aardgas waren goedkoper.

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Hoe gaat dat nu?

Aardgasveld Groningen in 1960 ontdekt. 

NAM exploitatie (417 miljard euro in 2018).

Gaskraan gaat in 2028 dicht vanwege aardbevingen en bodemdaling.

Slide 9 - Slide

Grijs en groen

Grijs
Groen
fossiele energiebronnen
hernieuwbare bronnen
bij verbranding komt CO2 vrij
Geen CO2 uitstoot
leidt tot vergroten van het broeikaseffect
Schoon
Kernenergie: splitsing van uranium in een kernreactor
radioactief afval

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Link

Deze les
Duurzame energie, welke soorten zijn er?

Slide 12 - Slide

samen lezen 2.2
+ uitleg

Slide 13 - Slide

Fossiele energie (Grijze energie)
  • Kolen centrales
  • Olie centrales
  • Gas centrales
  • kerncentrale (geen CO2-uitstoot maar wel kernafval)

Voordeel: Goedkope energie, veel vermogen MW
Nadeel: Veel CO2-uitstoot
Duurzame energie (Groene energie)
  • Windmolens 
  • Zonnepanelen
  • Waterkrachtcentrales
  • Biomassa (groen maar toch CO2-uitstoot)

Voordeel: Hernieuwbare energie, geen CO2-uitstoot
Nadeel: Relatief duur, neemt veel ruimte in, nog weinig vermogen MW


Slide 14 - Slide

Windenergie 

= opwekken van electriciteit door windturbines 
Nadelen: 
  • afstanden transport(kosten)
  • landschap
  • lawaai
Verklaar waarom de windturbines daar liggen waar ze liggen? 

Slide 15 - Slide

Offshore
Weg van de kust

Slide 16 - Slide

Geothermische energie
Aardwarmte 

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

Waterkracht 
  • stuwdammen 
  • getijdenenergie 
  • golfslag van de zee

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Video

Kernenergie
Er wordt energie opgewekt door het splijten van uranium in een kernreactor. 

Slide 21 - Slide

https://nos.nl/video/325610-2011-tsunami-en-kernramp-in-japan


Slide 22 - Slide

Begrippen
• duurzame energie 
  • kernenergie 
  • biobrandstof 
  • windernergie 
  • zonne-ernergie 
  • aardwarmte 
  • waterkracht


Slide 23 - Slide

Weinig zon en waterkracht

Nederland kent
  •  Weinig ruimte / zon voor zonneparken. Maar je ziet ze tegenwoordig steeds meer

  • Te weinig hoogteverschil voor waterkracht.

  • Weinig Kernenergie: bezwaar tegen kernafval

This video is no longer available
Welke video was dit?

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Drag question

Zonne-energie
Zonnepanelen op daken, gebouwen en grond
Nadelen:
  • afhankelijk(geen zon......) 
  • opslaan in accu's 
  • verblinden 

Slide 27 - Slide

Biomassa
Zijn energiebronnen uit biologisch materiaal. Zoals: groenafval, hout, gedroogde mest en landbouwafval. 
Biocentrales 
Ze worden duurzaam genoemd omdat gewassen worden aangeplant. 
Nadeel: gaat ten kost van landbouwgrond 

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Link

Geef een reden waarom biomassa niet duurzaam is? 
Tegenstanders noemen vaak drie belangrijke nadelen. In sommige gevallen zorgen biobrandstoffen voor méér CO2-uitstoot dan fossiele brandstoffen. De productie van biobrandstof leidt ook tot CO2-uitstoot door het gebruik van kunstmest, het transport of raffinage. 



Steeds meer ongerepte natuur wordt ingezet voor biobrandstoffen. En als laatste moet het concureren met voedsel. 

Slide 30 - Slide

Kennistest

Slide 31 - Slide

Kernenergie wordt door sommigen gezien als een goede vervanger voor fossiele brandstoffen. Geef twee redenen waarom kernenergie een goede vervanger zou kunnen zijn voor fossiele brandstoffen.
Wat moet je doen? Onderstreeo dit!
Wat is het onderwerp? Onderstreep dit!

Slide 32 - Open question

Duurzame energie noemen we ook wel...
A
Rode energie
B
Gele energie
C
Blauwe energie
D
Groene energie

Slide 33 - Quiz

Ben je voor of tegen kernenergie?
A
Voor
B
Tegen

Slide 34 - Quiz

Wat is duurzame energie?
A
Energie die erg duur is
B
Energie die hernieuwbaar is

Slide 35 - Quiz

Wat is geen duurzame energie?
A
Zonne-energie
B
Bodemwarmte
C
kernenergie
D
Windenergie

Slide 36 - Quiz

Welke duurzame energiebron zie je hier?
A
Kernenergie
B
Waterkracht
C
Zonne-energie
D
Windenergie

Slide 37 - Quiz

Wat is een groot voordeel van Nucleaire Energie?
A
Het verbruikt weinig fossiele brandstoffen
B
Geen uitstoot van Co2
C
Geen afval
D
Het is met water op te wekken

Slide 38 - Quiz

Hieronder zie je zes voorbeelden van fossiele en duurzame energiebronnen. Herken jij ze? Zet ze bij het juiste rijtje
Fossiele energie
Duurzame energie

Slide 39 - Drag question

Hieronder staan vier energiebronnen die in Nederland worden gebruikt. Zet ze in de volgorde van de energiebron die het meest wordt gebruikt tot de energiebron die het minst wordt gebruikt. 
1
2
3
4
Biomassa
Fossiele energie
Windenergie
Zonne-energie

Slide 40 - Drag question

Koppel het juiste nadeel aan de juiste energiebron.
Windenergie
Zonne-energie
Hydro-elektriciteit
Geothermische energie
Alleen geschikt in vulkanische gebieden
Levert in de winter nauwelijks energie op
Vooral geschikt voor bergachtige gebieden
Alleen geschikt voor kustgebieden of op zee

Slide 41 - Drag question

Begrippen
energiebronnen.
Fossiele energiebronnen
Hernieuwbare energiebronnen
Grijze stroom
kernenergie.
Groene stroom

Slide 42 - Slide

Aan het werk

Wat: maak  §2.2 'Energiebronnen' vraag 1 t/m 6 

Wanneer: deze les, en wanneer je het niet af krijgt, thuis afmaken!

Hulp: de theorie (Lees goed!)
             buurman/buurvrouw naast je
             de docent

Klaar: laat controleren, kijk na en maak de herhaling of verdieping

Tijd: 5 minuten voor de bel




Slide 43 - Slide