C7 les 54 §10 Voltooid deelwoord

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

Cursus 7    Spelling

§ 10 voltooid deelwoord

les 53

Welkom! 

Ga naar je plek, pak je spullen en wacht tot de les begint.

• leesboek
• boek Nieuw Nederlands
• pen

Lezen.....

SSSTT!

Wat gaan we doen?

• nieuw lesdoel
  
• samen doen
• zelfstandig werken
• huiswerk

lesdoel

§10 voltooid deelwoord

voltooid deelwoord

Als je wilt vertellen dat iets al gebeurd is, dan gebruik je een voltooid deelwoord (vd) in een zin. Voltooid betekent dat iets af is.

• Gaya heeft geld gespaard voor de vakantie.
  
• Mijn ouders zijn naar Frankrijk gefietst.
  
• Tijn en Mitchell hebben zelf pizza’s gebakken.

In deze zinnen zijn gespaard, gefietst en gebakken een voltooid deelwoord.

Zo schrijf je het voltooid deelwoord

Eindigt het voltooid deelwoord op een -t of een -d? 

Gebruik de verlengproef om de laatste letter te vinden:

• Gaya heeft gespaar…. Je hoort gespaarde, dus je schrijft gespaard.
  
• Mijn ouders hebben gefiets.... Je hoort gefietste, dus je schrijft gefietst.

Zo schrijf je het voltooid deelwoord

Als je niet goed kunt horen of het -d of -t moet zijn, gebruik je ’t ex-fokschaap.

- Neem daarvoor het hele werkwoord (sparen, reizen, fietsen, juichen).

- Haal er -en van af (spar-, reiz-, fiets-, juich-).

- Als de laatste letter nu een t, x, f, k, s, ch of p is (een medeklinker uit ’t ex-fokschaap), dan eindig je het voltooid deelwoord met -t (gefietst; gejuicht).

Anders eindig je het voltooid deelwoord met -d (gespaard, gereisd).

Zo schrijf je het voltooid deelwoord

Sommige voltooide deelwoorden eindigen op een -n: 

bijvoorbeeld:  gebakken, gegeten, gezien, gegaan

apps.noordhoff.nl

De regen valt vandaag met bakken uit de lucht.
De pv is .....

1. De regen
2. valt
3. met bakken
4. uit de lucht.

De regen is vandaag met bakken uit de lucht gevallen.
De pv is .....

1. De regen
2. is
3. uit de lucht
4. gevallen.

De regen is vandaag met bakken uit de lucht gevallen.
De pv is .....

1. De regen
2. is
3. uit de lucht
4. gevallen.

Die leuke jongen in de trein glimlacht naar me.
De pv is ...

1. Die leuke jongen
2. in de trein
3. glimlacht
4. naar me.

Die leuke jongen in de trein heeft naar me geglimlacht.
De pv is ...

1. die leuke jongen
2. heeft
3. naar me
4. geglimlacht

Die leuke jongen in de trein heeft naar me geglimlacht.
Het voltooid deelwoord is ...

1. Die leuke jongen
2. heeft
3. naar me
4. geglimlacht.

Een persoonsvorm kan

het enige werkwoord in een zin zijn.

1. wel
2. niet

Een voltooid deelwoord kan
het enige werkwoord in een zin zijn.

1. wel
2. niet

Duizenden mensen hebben wel eens de voetbalgame FIFA .....
(spelen)

1. gespeelt
2. gespeeld

Wie heeft het script voor de film..... ?
(schrijven)

1. geschreefd
2. geschreven

gegild

geschaatst

gevonden

vinden

gillen

schaatsen

Zelfstandig werken 

Maak: 

Cursus 7

§ 10 Voltooid deelwoord (boek blz. 230/231)

opdracht 1  en 2 maken

Kader: § 11 Voltooid deelwoord (boek blz. 238/239)

Heb je een vraag?
Steek je vinger op!

Ben je klaar?

• lezen

Huiswerk

maken:

Cursus 1

§ 10 ( Kader § 11)

opdracht 1 en 2  moet af zijn

Deze opdrachten gaan we nu nakijken/bespreken.

Uitleg schema werkwoordspelling

zie boek blz. 259

Zelfstandig werken 

Maak: 

Cursus 7

§ 10 voltooid deelwoord (Kader § 11)

opdracht 1-2-3-4-5-6

Heb je een vraag?
Steek je vinger op!

Ben je klaar?

• lezen
• ander huiswerk