3.6 Spreken en luisteren

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k, g
• Leerjaar 2

- Lesboek, Ipad en etui op de hoek van je tafel.

- Lever je fictie-opdracht in.

- Pak je leesboek en ga rustig lezen

Vandaag

- Invullen BOOT - jullie mening telt

- Start hoofdstuk 3

De BOOT - jullie mening telt

De BOOT - jullie mening telt

• Hoe doet jullie docent Nederlands het en wat zou beter kunnen?
• Je krijgt in Magister bij berichten van mij een link én een pincode
• Hiermee kom je in een scherm waar je vragen over mij kunt 
   beantwoorden.
• Vul de evaluatie serieus in. Het help mij en jullie.
• De evaluatie is anoniem, en je krijgt er geen cijfer voor. 
• Succes en bedankt
• Klaar met invullen: werk aan je fictiedossier

3.6 Spreken en luisteren

In deze paragraaf:

• wat een betoog is;

• hoe je een betoog opbouwt en houdt

3.6 Spreken, kijken en luisteren

Een betoog blz. 219

In een betoog geef je je mening over een onderwerp. Je wilt de luisteraars (het publiek) overtuigen van jouw mening.

Daarvoor gebruik je argumenten.

3.6 Spreken, kijken en luisteren

Een betoog blz. 219

Een goed betoog heeft de volgende indeling:

Inleiding           - Je noemt het onderwerp, het probleem en jouw mening (stelling)
                               hierover.

Kern                   - Je geeft argumenten voor je mening, en geeft daar voorbeelden bij

Slot                     - Sluit je het betoog af met een herhaling van je mening en
                               geef je een eventuele conclusie.

Bij een betoog pas je je taalgebruik aan je publiek (tegen wie spreek je!)

3.6 Spreken, kijken en luisteren

Voorbeeld van een inleiding van een betoog

• Inleiding   - Onderwerp : mobiel vertrouwen
                          Probleem :    Mijn ouders willen kunnen meekijken in mijn mobiel.
                          Stelling :        Ik vind dat mijn ouders mijn privacy schenden door
                                                  toegang te willen hebben tot mijn mobiel!

• Opdracht : bespreek met je buurman/vrouw twee argumenten waarom jij
                         het met deze stelling eens bent.
                         bedenk er ook twee voorbeelden bij.

3.6 Spreken, kijken en luisteren

Goede en slechte stellingen (feiten en meningen)

In een stelling moet duidelijk de mening te horen zijn.

• Iedereen gaat het liefst in de zomer naar het strand.               feit/mening
• Mijn vader heeft een nieuwe auto gekocht.                                feit/mening
• De cijfers op mijn rapport vind ik best wel goed.                       feit/mening
• Wanneer hij harder traint, kan hij de top halen.                         feit/mening 
• De Olympische winterspelen moeten worden afgeschaft.     feit/mening                     

3.6 Huiswerk opdracht

• Bedenk een stelling bij een probleem waar jij mee te maken hebt.
  
• Schrijf jouw probleem en je stelling op en neem dat de volgende les mee.

De BOOT - jullie mening telt

De BOOT - jullie mening telt

• Hoe doet jullie docent Nederlands het en wat zou beter kunnen?
• Je krijgt in Magister bij berichten van mij een link én een pincode
• Hiermee kom je in een scherm waar je vragen over mij kunt 
   beantwoorden.
• Vul de evaluatie serieus in. Het help mij en jullie.
• De evaluatie is anoniem, en je krijgt er geen cijfer voor. 
• Succes en bedankt
• Klaar met invullen: werk aan je fictiedossier

3. 6 spreken en luisteren

• 12 t/m 19 december in tweetallen voeren van een betoog.
• Je krijgt hier een cijfer voor. 

Toets Mondelinge spreekvaardigheid

Mondelinge spreekvaardigheid wordt getoetst door het (in groepjes) voeren van een betoog.