Verzin een onderwerp voor een tekst. Denk hierbij aan een onderwerp voor bijv. een spreekbeurt.
Bedenk 3 deelonderwerpen voor de kern (3 alinea's).
Schrijf een tekst van 5 alinea's (inleiding, kern, slot).
Elke alinea heeft 4 zinnen.
Elke alinea heeft een kernzin. Dit is de eerste, tweede of laatste zin.
De andere zinnen zijn bijzaak (uitleg/ voorbeeld).