Week 15 Nederlands 1HM Woordenschat

Nederlands 1HM week 15
1 / 39
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Nederlands 1HM week 15

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Nieuwe week & nieuwe taak

Slide 3 - Slide

Week 15  
12 april t/m 17 april 2021

Weektaak af: dinsdag 20 april!!!

  • Morgen in de les, schrijfopdrachten bspreken.
  • Op de ELO in de map gedeelde documenten staan e-books. We lezen ook in de les. Kies vast een leesboek uit voor de laatste periode.
  • Start woordenschat hoofdstuk 1

Slide 4 - Slide

Toetsen periode 2
  • Proefwerk lezen hoofdstuk 3 en 4: 3x
  • Grammatica en zinsdelen H. 1 t/m H. 6: 1x
  • Schrijven H. 3 en H. 4: 2x
  • Boekentoets: totaalcijfer hele schooljaar: 1 x

Slide 5 - Slide

Toetsen periode 3
  • Proefwerk lezen hoofdstuk 5 en 6: 3x
  • Woordenschat H. 1 t/m H. 6: 1x (SO)
  • Spreekvaardigheid: 1x
  • Boekentoets: totaalcijfer hele schooljaar: 1 x

Slide 6 - Slide

Kies een boek voor je opdracht!

Slide 7 - Slide

Lees nu 10 minuten in je leesboek of stripboek. Dat doe je natuurlijk elke dag !

Slide 8 - Slide

Herhaling vorige les
We hebben geoefend met schrijven, met het maken van een flyer en een persoonlijk verslag. Deze week maken we het so en starten we met woordenschat hoofdstuk 1.

Slide 9 - Slide

Leerdoelen
Deze week herhalen we:
  • ik weet hoe ik een flyer moet maken
  • ik weet hoe ik een persoonlijk verslag moet maken
  • We weten hoe we een synoniem van een woord in een zin kunnen vinden.

Slide 10 - Slide

Nakijken huiswerk
Controleer je weektaak. Dit doen we klassikaal in de Kleine Schouwburg.



Slide 11 - Slide

Maken - bladzijde 97


Persoonlijk verslag 
  • Maak opdracht 3 op bladzijde 97










 

Slide 12 - Slide

Uitleg theorie
Op de volgende dia volgt uitleg over je leerdoelen voor deze week.

Slide 13 - Slide

Woordenschat  (p. 50)
Het zoeken naar een omschrijving is een woordraadstrategie: als je niet weet wat een woord betekent, dan kun je naar een omschrijving in de tekst zoeken. Bijvoorbeeld:

Bij het vakantiehuis van de beroemde zanger lagen paparazzi op de loer. Deze op schandalen beluste, heel opdringerige persfotografen hoopten op een bijzondere foto.
Je weet nu precies wat paparazzi zijn.

Slide 14 - Slide

Bekijk het filmpje!

Slide 15 - Slide

Maken
  • Startopdracht bladzijde 50
  • Opdracht 1 bladzijde 50
  • Opdracht 2 bladzijde 51
  • Opdracht 5 bladzijde 53

Slide 16 - Slide

Evaluatie
Wat was het lesdoel en heb je voor jezelf het gevoel dat je lesdoel is behaald?

Weet je...
  • hoe je de betekenis van een onbekend woord kunt vinden met behulp van een omschrijving?

Slide 17 - Slide

Woordenschat  (p. 24)
In teksten lees je vaak onbekende woorden. Je hebt niet altijd een woordenboek nodig om de betekenis van een onbekend woord te vinden. Je kunt de betekenis van een woord soms ook vinden door de tekst goed te lezen. Door een woordraadstrategie te gebruiken kun je achter de betekenis van een woord komen.

Slide 18 - Slide

Woordenschat (p. 24)
De eerste woordraadstrategie is: een synoniem zoeken. Een synoniem is een ander woord met (ongeveer) dezelfde betekenis. Voorbeelden van synoniemen:

rennen en hollen;
lawaai en herrie;
moeilijk en ingewikkeld.
Een synoniem zoeken
Kijk of in dezelfde zin een synoniem staat.
Staat het synoniem niet in dezelfde zin? Lees dan ook de vorige en de volgende zin.

Slide 19 - Slide

Bekijk het filmpje!

Slide 20 - Slide

Flyer maken (p. 70)
Flyers worden vaak uitgedeeld op straat. Bijvoorbeeld om reclame te maken voor de opening van een nieuwe winkel of een themafeest in een discotheek. Een goede flyer valt op en ziet er leuk uit. De illustraties en de kleuren trekken de aandacht. Je kunt een flyer makkelijk lezen: de tekst is kort en je kunt snel de juiste informatie vinden.

Slide 21 - Slide

Filmpje

Slide 22 - Slide

Opdracht flyer hoofstuk 3
Bekijk de tekst van de flyer van je buurjongen. Bedenk wat je kunt doen om de tekst duidelijker, vollediger en zonder spelfouten te maken en maak een nieuwe tekst voor op de flyer.

Slide 23 - Slide

Opdracht flyer hoofstuk 3
Tekst buurjongen

Kom allemaal juigen voor onze kampioenen.

Zaterdag gaat het eeerste elftal spelen tegen FC Hardinga.
Als je een uur voor de wedstrijd naar het clubhuis komt, kun je helpen met het maken van spandoeken.
Tot dan!

Slide 24 - Slide

Persoonlijk verslag schrijven (p. 96)
Een persoonlijk verslag is een tekst waarin je beschrijft wat je hebt gedaan of wat er is gebeurd. Dat kan bijvoorbeeld een beschrijving zijn van een wedstrijd of een vakantie. Je vertelt de lezer alles wat hij moet weten. 

Dat doe je door in het verslag antwoord te geven op de 5w+h-vragen.
Wie, wat, waar, wanneer, waarom en hoe.

Bekijk het filmpje op de volgende pagina.

Slide 25 - Slide

Opdracht flyer hoofstuk 3
Komende zaterdag is er een belangrijke wedstrijd bij je sportclub VV Donkerblauw. Het eerste team kan kampioen worden! De wedstrijd begint om 15.00 uur.

Je buurjongen Jacco is ook lid van VVV Donkerblauw. Hij zit in de activiteitencommissie en heeft een flyer gemaakt. Hij wil die in de kantine van de sportclub uitdelen, zodat veel mensen komen kijken naar de wedstrijd. Hij hoopt ook dat veel mensen eerder komen om te helpen met het maken van spandoeken. De flyer van je buurjongen is alleen niet zo goed gelukt.

Slide 26 - Slide

Persoonlijk verslag - filmpje magister

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Maken
  • Startopdracht bladzijde 24
  • Opdracht 1 bladzijde 25
  • Opdracht 2 bladzijde 25
  • Opdracht 5 bladzijde 27

Slide 29 - Slide

Evaluatie
Wat was het lesdoel en heb je voor jezelf het gevoel dat je lesdoel is behaald?

Weet je...
  •  hoe je een flyer moet maken? 
  • waar je op moet letten bij het maken van een flyer?
  • Weet je hoe je een persoonlijk verslag moet maken?
  • Weet je weer hoe je een synoniem van een woord in een zin kunt vinden?

Slide 30 - Slide

Inleveren huiswerk
Maak een foto van je huiswerk en lever in via LessonUp, niet online!

Uiterlijk 20 april 2021!

Slide 31 - Slide

Inleveren huiswerk

Slide 32 - Open question

Inleveren huiswerk

Slide 33 - Open question

Inleveren huiswerk

Slide 34 - Open question

Nakijken

Slide 35 - Slide

Verslag schrijven bladzijde 96
1
1) eerst
2) Vervolgens/Daarna/Dan
3) vervolgens/daarna
4) vervolgens/daarna/dan
5) tot slot
2 Eigen antwoord, bijvoorbeeld:
Ik vind het oppassen leuk, maar soms ook een beetje saai.
3 Eigen antwoord, bijvoorbeeld:
- voorbeelden van wat de oppas en de kinderen meemaken


Slide 36 - Slide

Verslag schrijven opdracht 2 bladzijde 97
2 Eigen antwoord, bijvoorbeeld:
[inleiding] [1] Afgelopen zaterdag was de wedstrijd tussen The Amsterdams en Waalderdorp BC. Deze basketbalwedstrijd was erg spannend, want de winnaar werd eerste in de competitie.

[middenstuk] [2] Tijdens de hele wedstrijd viel Waalderdorp BC veel aan. Valerie Verhogen scoorde achttien keer voor Waalderdorp BC. The Amsterdams deden echter zeker wat terug. Tessa Pimsterman scoorde twaalf keer voor hen.
[3] Hoe langer de wedstrijd duurde, hoe beter The Amsterdams gingen spelen. Dat was helaas te laat. Ze konden de achterstand niet meer wegwerken. Waaldorp BC won met 60 tegen 43.

[slot] [4] Ik vond het een spannende wedstrijd om te zien. Beide teams wilde duidelijk graag winnen. Waalderdorp BC was wel de terechte winnaar.

Slide 37 - Slide

Verslag schrijven opdracht 3 bladzijde 97

1 Eigen antwoord, bijvoorbeeld:
Wie? mijn nichtje Iris
Wat? Haar telefoon viel in het water tijdens het afwassen.
Waar? bij haar thuis
Wanneer? drie weken geleden
Waarom? Ze moest afwassen, maar wilde snel even een berichtje sturen. Dat deed ze boven de afwasbak en toen liet ze de telefoon uit haar handen glippen.
Hoe? Ze heeft haar telefoon afgedroogd en daarna in een bak rijst gestopt. Na een paar dagen kon ze weer bellen, maar hij valt nu wel af en toe uit.



Slide 38 - Slide

Weektaak 15 afgerond

Slide 39 - Slide