Woordenschat H1 - les 2

1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 12 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?
  • Alaska
  • herhaling theorie
  • spel
  • zelfstandig werken

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

doelen
Ik kan vergelijkingen herkennen en begrijpen.

Slide 4 - Slide

vergelijkingen
Je zet twee dingen naast elkaar die op elkaar lijken: het object (o) en het beeld (b).

-> om iets extra duidelijk of krachtig uit te drukken
-> om een tekst aantrekkelijker te maken


Slide 5 - Slide

vergelijkingen
Object: iets uit de werkelijkheid
Beeld : iets waar het object op lijkt

Object en beeld verbind je met: 
- als (een)...                                    - een... van (een)...
- lijkt wel (een)...                          -... is net (een) ...
- zo... als (een)...

Slide 6 - Slide

vergelijkingen
Een vergelijking is een vorm van beeldspraak.
Beeldspraak is altijd figuurlijk taalgebruik.


Slide 7 - Slide

voorbeelden
  • De winnaar van de talentenjacht (o) was zo trots als een pauw (b).
  • Het is een boom (b) van een kerel (o).
  • Mijn opa (o) is zo doof als een kwartel (b).

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Levend memory
Zo snel als ...

Slide 10 - Slide

zelfstandig werken
weektaak: 
Hoofdstuk 1 Woordenschat: opdracht 1 t/m 6

Slide 11 - Slide

doelen
Ik kan vergelijkingen herkennen en begrijpen.

Slide 12 - Slide