This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Economie klas 3 Basis
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Video
Hoofdstuk 1
Waar heb jij behoeften aan?
1.1 Waar zijn jouw behoeften?
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Video
Leerdoelen
welke behoeften er zijn
waarmee je in je behoeften kunt voorzien
hoe je prioriteiten kunt stellen
Slide 5 - Slide
Wat bedoelen we met behoeften bij het vak economie?
A
Naar de WC moeten
B
Wat je wil of nodig hebt
C
Wat je niet kan krijgen
D
Dorst hebben
Slide 6 - Quiz
Behoeften
Er zijn twee groepen behoeften:
Basisbehoeften: de behoeften aan voeding, kleding en woonruimte. Deze behoeften zijn noodzakelijk.
Overige behoeften: alle andere behoeften die je hebt om je leven beter of prettiger te maken, bijvoorbeeld een tablet. Overige behoeften zijn niet noodzakelijk.
Slide 7 - Slide
Behoeften verdeel je in
A
Primaire en basis behoeften
B
Basis en overige behoeften
C
Luxe en secundaire behoeften
Slide 8 - Quiz
Een vakantiehuis is een voorbeeld van een basisbehoeften.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 9 - Quiz
Eten en drinken is een voorbeeld van ...
A
Basisbehoeften
B
Overige behoeften
C
Niet-noodzakelijke behoeften
D
Secundaire behoeften
Slide 10 - Quiz
Consumeren
Een manier om in je behoeften te voorzien is door het kopen van goederen. Dat heet consumeren.
Een consument is iemand die in zijn behoeften voorziet door iets te kopen.
Slide 11 - Slide
Middelen & schaarste
Om in je behoeften te voorzien heb je middelen
nodig. De belangrijkste middelen zijn:
geld
tijd
We hebben veel behoeften, maar onze middelen zijn beperkt. Iets is schaars als er niet genoeg van is om alle behoeften te vervullen.
Slide 12 - Slide
Is kraanwater een economisch schaars product?
A
Ja
B
Nee
Slide 13 - Quiz
Prioriteiten stellen
De meeste mensen hebben niet genoeg middelen om al hun behoeften te vervullen. Daarom moeten ze prioriteiten stellen: ze bepalen welke behoeften het belangrijkst zijn en welke minder belangrijk.
Het is verstandig om de meeste prioriteit te geven aan de basisbehoeften. Daarna komen de overige behoeften (luxegoederen).