extra uitleg en oefenen met ww-spelling

1 / 43
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 43 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

(verlenen) Als je het van rechts komende verkeer geen voorrang ..... , ben je strafbaar.

Slide 7 - Open question

(berijden) Welk paard uit de manege .... jij het liefst?

Slide 8 - Open question

(antwoorden) Als je hem een e-mail stuurt, ..... hij meestal de zelfde dag.

Slide 9 - Open question

(melden) Na enige dagen .... de inbreker zich bij de politie.

Slide 10 - Open question

(melden)Het weerbericht .... dat er een nieuwe depressie onderweg is.

Slide 11 - Open question

(verzuimen) Je krijgt echt moeilijkheden als je die lessen .....

Slide 12 - Open question

(ontvreemden) De rechecheur heeft ontdekt dat de kassièrre telkens kleine bedragen ....

Slide 13 - Open question

(verbeelden)Die eigenwijze kerel ..... zich dat hij alles beter weet dan een ander.

Slide 14 - Open question

(watertanden) Wendy ..... toen ze die lekkere taart zag.

Slide 15 - Open question

(veranderen) Ik heb de indruk dat je iedere week iets aan je kamer .....

Slide 16 - Open question

(verblijden) Ieder jaar ..... mijn oom zijn neefjes en nichtjes met mooie cadeautjes.

Slide 17 - Open question

(verachten) Toen bekend werd wat hij gedaan had, ..... iedereen hem.

Slide 18 - Open question

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

(miskennen) Einstein, een van de grootste geleerden van de 20e eeuw, is door zijn tijdgenoten .....

Slide 25 - Open question

(blaffen) Waaorm heeft jullie hond zo ..... vannacht.

Slide 26 - Open question

(overstemmen) De zangeres werd ..... door het orkest.

Slide 27 - Open question

(beledigen) Met die opmerking heb je hem erg .....

Slide 28 - Open question

(ontlenen) Veel vreemde woorden zijn .... aan het Engels.

Slide 29 - Open question

(doorgronden) Ik geloof niet dat hij onze plannen heeft .....

Slide 30 - Open question

(beloven) Ik kan mij nog goed herinneren wat je mij hebt .....

Slide 31 - Open question

(pakken) De docent had de verkeerde toets uit het postvak .....

Slide 32 - Open question

Slide 33 - Slide

(vermoeden) Niets .... ging hij op pad.

Slide 34 - Open question

(terugkijken) ......... op de gebeurtenissen kunnen we tevreden zijn.

Slide 35 - Open question

(zoenen) Op de bank zat een ..... stelletje.

Slide 36 - Open question

(tennissen) Hij riep al ..... dat hij mij leuk vindt.

Slide 37 - Open question

Slide 38 - Slide

(monopolyen) Het is lang geleden dat we hebben ....

Slide 39 - Open question

(e-mailen) Heb je je vriendin in Australië al ....

Slide 40 - Open question

(joggen) Hij ..... elke dag toen hij niet kon volleyballen.

Slide 41 - Open question

(deleten) Mijn vader heeft mij favoriete programma .....

Slide 42 - Open question

(pushen) Toen Willemijn de bal naar Rob .... , floot de scheidsrechter voor buitenspel.

Slide 43 - Open question