les 4,1 brandstof

• Scheikunde
• Middelbare school
• vmbo t, havo
• Leerjaar 3

Deze les

Uitleg paragraaf 4,1

Doel: verschil brandstof of brandbare stof

 Definitie fossiele brandstof en organisch materiaal

start verbrandingsvoorwaarden

Zelfstandig werken aan paragaaf 4,1

Wat heb je nodig voor een verbranding?

Brandbare stof of brandstof?

Wat is een brandstof?

brandstof

Verbranding  voor technische doeleinden.

(aardgas)

brandbare stof

Het is brandbaar maar niet als doel om de energie verder te gebruiken. (plastic-kleding)

Brandstof

brandbare stof

kerosine

wasbenzine

hout

buta(gas)

biodiesel

papier

kaarsvet

anorganisch

ijzer of zuurstof

levenloze natuur

organisch

fossiele brandstof

koolstofhoudend

levende natuur

organisch

anorganisch

koolstofdioxide

katoen

water

aardgas

koper

hout

huiswerk 

paragraaf 4.1 opg 1 t/m 6 + 11 t/m 14

Een verbranding is een chemische reactie

1. Waar
2. Niet waar

Hiernaast zie je de verbrandingsfactoren.

Welke mist?

1. Ontbrandingstemperatuur
2. Warmte
3. Brandstof
4. Benzine

Wat mag je niet met water blussen?

1. Een stapel brandend textiel.
2. Een brand bij een benzinestation
3. Een brand in een schakelkast.
4. Een brand in een papiercontainer.

Zand is ook een blusmiddel. Welke verbrandingsvoorwaarde haal je weg, wanneer je zand als blusmiddel gebruikt?

1. Zuurstof
2. Ontbrandingstemperatuur
3. Brandstof

Maak kloppend
...Al(s) +.....O2(g) -->.....Al2O3(s)

1. 2-3-2
2. 2-2-3
3. 4-3-2
4. 4-3-4

Maak kloppend
N2O5(l) + H2O(l) --> HNO3(aq)

1. 1-1-2
2. 2-2-4
3. 3-3-2
4. 4-3-4

Welke stof(fen) ontstaan er bij een verbranding?

1. ...zuurstof
2. ...oxide
3. metaal
4. warmte

Wat is de juiste reactieschema voor de verbranding van kalium?

1. kalium --> kaliumoxide
2. kalium + zuurstof --> kaliumoxide
3. kalium + zuurstof --> kaliumzuurstof
4. kaliumoxide --> kalium + zuurstof

Koolstofdioxide --> koolstofmono-oxide + zuurstof

Deze reactie is een:

1. Volledige verbranding
2. Onvolledige verbranding
3. Geen verbranding
4. ontledings-reactie

huiswerk 

donderdag: 4,1 opg 5 t/m 18

Verbrandingsvoorwaarden

Er moet een brandbare stof aanwezig zijn

Er moet zuurstof aanwezig zijn

De ontbrandingstemperatuur moet zijn bereikt

Werken aan 4,1 

opg 1 t/m 4 klassikaal gedaan

Ga verder met 5 t/m 14

SO 3,6 - 3,8 kloppend maken en formules

Aan het einde van de les weet je:

◻ Welke 2 soorten verbrandingen er zijn

◻ Welke stoffen er vrij komen bij de 2 soorten verbrandingen

◻ Hoe je de 2 verbrandingen kunt herkennen

◻ Roet = koolstof

◻ Dat kolendamp (= koolstofmono-oxide) een giftig geurloos en kleurloos gas is

Uitleg

2 soorten verbranding

- Volledig

- Onvolledig

Uitleg

2 soorten verbranding

- Volledig       = voldoende zuurstof aanwezig

- Onvolledig  = onvoldoende zuurstof aanwezig

Uitleg

2 soorten verbranding

- Volledig

- Onvolledig

Uitleg

2 soorten verbranding

- Volledig       = voldoende zuurstof aanwezig

- Onvolledig  = onvoldoende zuurstof aanwezig

Bij verbranding van fossiele brandstoffen ontstaan:

Uitleg

2 soorten verbranding

- Volledig       = voldoende zuurstof aanwezig

- Onvolledig  = onvoldoende zuurstof aanwezig

Bij verbranding van fossiele brandstoffen ontstaan:

- volledig      --> koolstofdioxide + water(damp) 

- onvolledig --> koolstofmono-oxide + water(damp)

Uitleg

Volledige verbranding     

Fossiele brandstof + zuurstof -> koolstofdioxide + water(damp) 

Onvolledige verbranding     

Fossiele brandstof + zuurstof -> koolstofmono-oxide +        

                                                                    water(damp)

Uitleg

Volledige verbranding

Zuurstof + brandstof in perfecte verhouding:

Explosie

Wat is onvolledige verbranding?
Een verbranding met ........
zuurstof

1. te veel
2. te weinig
3. geen
4. genoeg

Wat is waar over onvolledige verbranding?

1. Een gele vlam betekent onvolledige verbranding
2. Bij onvolledige verbranding kan koolstofmonoxide vrijkomen
3. Een vlam met onvolledige verbranding maakt veel roet
4. Onvolledige verbranding bestaat helemaal niet

Bij een volledige verbranding ontstaat roet.

1. waar
2. niet waar

Ethanol + zuurstof --> koolstofdioxide + roet + water

Deze reactie is een:

1. Volledige verbranding
2. Onvolledige verbranding
3. Geen verbranding

H₂ 0 en CO₂ komen vrij bij...

1. Volledige verbranding
2. Onvolledige verbranding
3. Volledige- en Onvolledige verbranding
4. Bij beiden niet.

Aan de slag 

Nu: Maken paragraaf 5.3 t/m 5.5 (digitaal)

- Eerst 5 minuten in stilte

- Daarna met muziek?? Alleen als er goed gewerkt is...

- Klaar? Paragraaf 5.1 + 5.2 afmaken

- Huiswerk voor volgende les