Les 1: introductie

Introductie
1 / 37
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Introductie

Slide 1 - Slide

Inhoud
Orientatie Dulon Online

Uitleg Casus

Slide 2 - Slide

Lesdoelen
Na deze les:

Weet je wat er van je verwacht wordt in deze module af te ronden.

Slide 3 - Slide

Waar denk je aan ?

Slide 4 - Slide

Opdracht:

Kijk in Dulon Online. Beantwoord hierna de vragen.
timer
10:00

Slide 5 - Slide

Hoveel deelopdrachten zijn er?
A
3
B
4
C
5
D
6

Slide 6 - Quiz

Welke handelingen komen aan bod?

Slide 7 - Mind map

 
Theorie

Introductie
Katheters
MS en presentaties
 Incontinentie
Voortplanting
Praktijk

1 Katheter vrouw
2 Katheter man
3 Oefenen
4 Oefenen/Peer Assessment
5 Peer Assessment

Slide 8 - Slide

Introductie Katheteriseren

Slide 9 - Slide

Leerdoelen
  • Je hebt je kennis over het urinewegstelsel opgefrist.
  • Je kent de doelen van katheteriseren.
  • Je kent verschillende vormen van katheteriseren en verschillende soorten katheters.
  • Je bent bekend met de complicaties.

Slide 10 - Slide

Waaruit bestaat je urinestelsel allemaal?

Slide 11 - Mind map

Slide 12 - Slide

De urineleider is de verbinding tussen...
A
rectum en blaas
B
urineleider en urinebuis
C
nieren en blaas
D
blaas en urinebuis

Slide 13 - Quiz

Vrouw
Urinebuis 3-5 cm lang 
 Loopt recht naar beneden

Slide 14 - Slide

Man



 Urinebuis 20-25 cm lang
S-vormige bocht
Een vergrote prostaat kan de 
urinebuis vernauwen.

Slide 15 - Slide

Waarom hebben vrouwen een verhoogde kans op blaasontsteking?
A
korte urinebuis
B
lange urinebuis
C
hebben geen prostaat
D
hormonen

Slide 16 - Quiz

Wat is een andere naam voor de urinebuis?
A
Ureter
B
Urethra

Slide 17 - Quiz

Urine bestaat voor het grootste deel uit...
A
Zouten
B
Afvalstoffen
C
Water
D
Lichaamsvreemde stoffen

Slide 18 - Quiz

Bij hoeveel ml gaat er een prikkel via het ruggenmerg naar de hersenen?
A
200
B
300
C
400
D
500

Slide 19 - Quiz

Katheteriseren 

Slide 20 - Slide

Katheteriseren

Inbrengen van een holle buis met als doel afvloeien van urine.

Slide 21 - Slide

Redenen om te katheteriseren

  • Het leegmaken en -houden van de blaas
  • Het stellen van een diagnose
  • Om de blaas te spoelen om een therapeutische reden

Slide 22 - Slide

Katheters
Lumen: naam voor holle slang van de katheter
  • Enkel lumen: afloop urine
  • Dubbel lumen: afloop urine en ballon
  • Triple lumen: afloop urine, ballon en spoelen
Maatvoering: dikte katheter in Ch (Charriere) 
Lengte man 41-45 cm en vrouwenkatheters 25 cm

Slide 23 - Slide

Materialen
  • PVC (eenmalig/goedkoop, gecoate)
  • Latex ( minder dan 7 dagen, sneller korstvorming, urine tast latex aan, latexallergie)
  • Gesiliconiseerde latexkatheter. (Makkelijker inbrengen en minder kans op beschadiging)
  • 100% siliconen (Bij katheterisatie langer dan 10 dagen, verstopt minder snel, hypoallergeen, max. 12 weken)

Let op houdbaarheidsdatum!

Slide 24 - Slide

Eenmalig
  • Intermitterend (met tussenpozen)
  • 4 á 6 keer per dag
  • Door de zorgvrager zelf (minder gevoelig voor infecties)
  • Meer zelfredzaamheid

Slide 25 - Slide

CAD
  • Catheter A Demeure
  • Verblijfskatheter
  • Bijv. post-OK, bij een verlamming of bij terminale zorgvrager
  • Meer kans op complicaties
  • Wisselen afhankelijk van materiaal ingebrachte katheter

Slide 26 - Slide

Ballon

Op plaats houden van katheter
                                                 6-10 ml steriel water in ballon 
Afgesproken hoeveelheid

Slide 27 - Slide

Glijmiddel
Meestal meerdere functies;
  • glijmiddel
  • verdovend
  • desinfecterend

Slide 28 - Slide

Complicaties bij inbrengen katheter

  • Pijn
  • Bloeding
  • Weerstand
  • Urine loopt niet af
  • Beschadiging wand urethra

timer
5:00

Slide 29 - Slide

Katheteriseren is een.....
A
Risicovolle handeling
B
Verpleegtechnische handeling
C
Voorbehouden handeling
D
Alle antwoorden zijn goed

Slide 30 - Quiz

Slide 31 - Link

Een blaaskatheter voor eenmalig gebruik bevat hoeveel lumen?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 32 - Quiz

Een blaaskatheter die goed zit produceert op vaste tijden urine
A
waar
B
niet waar

Slide 33 - Quiz

Wat heb je in deze les geleerd?

Slide 34 - Open question

Volgende keer

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Link

Slide 37 - Slide