This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Thema Uiterlijk
Bouwstenen: routines
Slide 1 - Slide
Waar denk je aan bij het thema uiterlijk?
Slide 2 - Mind map
Wat leer je deze les?
Ik leer de zinnen die horen bij het thema uiterlijk.
Ik ken de betekenis van deze zinnen.
Slide 3 - Slide
Routines
In het echt.
In werkelijkheid.
Het lijkt net echt.
In werkelijkheid is zij niet zo dun.
Ze vindt zichzelf te dik.
Ik vind mezelf te dun.
Ik zie er te jong uit.
Spijkerbroeken draag ik het meest.
Rokken vind ik mooier.
Ik draag liever T-shirts. Ik koop vaker bij H&M dan bij CoolCat. Ik ben tegen fotoshoppen. Ik ben voor het bewerken van foto’s. Ik vind het belangrijk om leuke kleren te dragen. Ik vind het leuker als foto’s bewerkt zijn.
Slide 4 - Slide
Lees de zin. Welke zin past er goed bij?
Slide 5 - Slide
Ik vind het belangrijk om leuke kleren te dragen.
A
Ik vind mezelf te dun.
B
Ik koop vaker bij H&M dan bij CoolCat.
Slide 6 - Quiz
Spijkerbroeken draag ik het meest.
A
Ik draag liever T-shirts.
B
Rokken vind ik mooier.
Slide 7 - Quiz
Lees de zinnen. Welke betekenen ongeveer hetzelfde?
Slide 8 - Slide
In het echt.
A
In werkelijkheid.
B
Het lijkt net echt.
Slide 9 - Quiz
Ik ben voor het bewerken van foto’s.
A
Ik ben tegen fotoshoppen.
B
Ik vind het leuker als foto’s bewerkt zijn.
Slide 10 - Quiz
Lees de woorden. Zet de woorden in de goede volgorde.