Les 2 - Dak- en thuislozen

VZ Specifieke Doelgroepen
Les 2  - dak- en thuislozen
1 / 11
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

This lesson contains 11 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

VZ Specifieke Doelgroepen
Les 2  - dak- en thuislozen

Slide 1 - Slide

Begrippen
  • Een dakloze is iemand zonder vaste woon- of verblijfplaats. 
  • Een thuisloze is iemand die wel een woonadres heeft, maar dit is niet zijn 'thuis'. 
  • Een buitenslaper is een dak- of thuisloze die op straat of in de open lucht slaapt.

Slide 2 - Slide

De typische dak- of thuisloze
Geen dakloze is hetzelfde. Ieder heeft zijn eigen verhaal, achtergrond en problematiek.

  • 80% is man
  • 60% heeft een migratie-achtergrond
  • Vaak laag tot zeer laag opgeleid.

Slide 3 - Slide

Wonen
  • Daklozen verblijven vaak in een passantenverblijf.
  • Thuislozen hoppen vaak van het ene adres naar het andere.
Feitelijk dakloos
Geen vaste verblijfplaats.
Overnachten overal en nergens.
Residenteel dakloos
Wel een vaste verblijfplaats, bijv. woonvorziening in de maatschappelijke opvang.
Overig
Verblijven vanwege een verplichting of ziekte in een instelling.

Slide 4 - Slide

Financiën
  • Veel schulden.
  • Vaak geen baan.
  • Niet altijd mogelijk een uitkering aan te vragen (postadres nodig).

  • Schulden vaak oorzaak van dak- of thuisloos zijn: huur of hypotheek niet te betalen. Opnieuw huren wachtlijst.
  • Opvang kost geld, dus bijdrage van gebruikers gevraagd. Vaak ook gemeentelijke afspraken.
volwassenen
ongeveer €8500
jongeren
ongeveer €5000

Slide 5 - Slide

Sociale relaties
  • De meesten hebben weinig tot geen sociaal netwerk van familie, vrienden en kennissen waarop ze kunnen terugvallen.
  • Regelmatig wel een netwerk van 'verkeerde' vrienden.
  • In periode voordat iemand dak- of thuisloos wordt, lopen relaties die men heeft bijna altijd stuk.

Slide 6 - Slide

Dak- en thuisloze jongeren
Psych
Aantallen
9000 jongeren tussen 18 en 23.
CBS schat 4000 jongeren onder de 18.
Verleden
  • 60% heeft verleden in de jeugdzorg.
  • Tot 18e recht op hulp volgens de Jeugdwet, daarna WMO. Door gebrekkige overgang en wachtlijsten regelmatig reden door grote problemen.

Slide 7 - Slide

Lichamelijke gezondheid
  • Voor jezelf zorgen gaat lastig, dus vaak slecht gebit en pijnlijke spieren en gewrichten. 
  • Weinig rust en comfort: klachten ontstaan of verergeren.
  • Geen geld voor hulpmiddelen (bril, gehoorapparaat, etc.). 
  • Drank en drugs creëeren alleen maar meer problemen.

Slide 8 - Slide



  • depressieve klachten 
  • angsten en fobieën
  • hostiliteit (vijandigheid)
  • psychoses
  • paranoïde
  • lichamelijke klachten (voortkomend uit psychische problemen)


  • AD(H)D
  • bipolaire stoornis
  • schizofrenie
  • eetstoornissen
  • autismespectrumstoornissen
  • fobieën
  • borderline
Psychische gezondheid
Psychische stoornissen
Aandachtstekort- of concentratiestoornis.
Stoornis waarbij periodes zonder klachten afgewisseld worden met depressiviteit en manische periodes.
Stoornis waarbij iemand langdurig of meerdere keren in een psychose heeft gezeten en daardoor niet meer goed functioneert.
Stoornis waarbij iemand extreem bezig is met eten en zijn gewicht.
Een ontwikkelingsstoornis waarbij iemand helemaal kan opgaan in details en binnenkomende informatie moeilijk kan integreren tot een geheel.
Angststoornis waarbij iemand kwaliteit van leven wordt verstoord door angsten.
Stoornis waarbij iemand veel instabiliteit in zijn leven ervaart. Gevoelens, gedachten, stemmingen, gedrag, zelfbeeld ne relaties veranderen bij deze personen abrupt.

Slide 9 - Slide

Zingeving
Werk en activiteiten
beoordeling leven middelmatig
Weinig vertrouwen in overheid, hulpverlening en mensen in het algemeen.
  • Laag zelfbeeld
  • Zorgmijder of zorgweigeraar.

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Link