This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Examentraining HAVO
examen Frans 2022 1e tijdvak
tekst 8+9
Slide 1 - Slide
Tekst 8
Des bouchons sur le Mont Everest
Slide 2 - Slide
23. Qu’est-ce qu’on lit au premier alinéa ?
A
La plupart des alpinistes ont des difficultés à atteindre le sommet du Mont Everest.
B
Les alpinistes restent seulement peu de temps au sommet du Mont Everest.
C
Pour les alpinistes, monter le Mont Everest est plus difficile que descendre la montagne.
Slide 3 - Quiz
24. Wat past op de open plek in de tweede alinea?
A
Avantage
B
But
C
Raison
D
Résultat
Slide 4 - Quiz
25. Qu’est-ce qu’on peut lire au 3ème alinéa ?
A
comment on organise des secours à grande altitude
B
pourquoi quelques alpinistes sont morts
C
qu’on a une très belle vue au sommet du Mont Everest
Slide 5 - Quiz
26. Welke oorzaken van de problemen op de Mount Everest worden genoemd in de vierde alinea? Sommige bergbeklimmers 1 zijn slecht voorbereid. 2 nemen veel risico’s. 3 houden geen rekening met slechte weersvoorspellingen.
Slide 6 - Open question
27.Qu’est-ce qu’on apprend au dernier alinéa ?
A
Les alpinistes américains ont souvent une mauvaise condition.
B
Les alpinistes expérimentés courent aussi un certain risque.
C
Les alpinistes sans expérience prennent le plus de risques.
Slide 7 - Quiz
Tekst 9
Au secours de la cathédrale
Slide 8 - Slide
28. Geef van elk aspect aan of dit wordt genoemd in de eerste alinea. 1 de ligging van de Notre-Dame 2 de bekendheid van de Notre-Dame 3 de geschiedenis van de Notre-Dame 4 de bezoekersaantallen van de Notre-Dame
Slide 9 - Open question
31. Wat kun je concluderen uit de laatste alinea?
A
Bouwvakkers uit de hele wereld helpen bij het herstel van de NotreDame.
B
De Notre-Dame is gesloten voor publiek en lijdt daarom een miljoenenverlies.
C
Het herstel van de Notre-Dame gaat lang duren en is kostbaar.
Slide 10 - Quiz
29. Wat past op de open plek in de tweede alinea?
A
Bref
B
Heureusement
C
Par exemple
Slide 11 - Quiz
30. Het was heel moeilijk om de brand in de Notre-Dame onder controle te krijgen. Geef van elke oorzaak aan of die in de derde alinea wordt genoemd. 1 er waren te weinig brandweerlieden in de kathedraal 2 de kathedraal is heel groot 3 de kathedraal heeft een houten dak