1. De vorm van het woord: een AFLEIDING maken door
Voorvoegsel + grondwoord: on- /a- / non- / in-/ im-/ ir- /ont-
- mogelijk en onmogelijk, begrijpelijk en onbegrijpelijk
- sociaal en asociaal, technisch en atechnisch, symmetrisch en asymmetrisch
- actief en non-actief en inactief, direct en indirect
Regelen en ontregelen
Voorvoegsel vervangen door ander voorvoegsel:
ingang en uitgang / optimist en pessimist
2. Lastiger: de tegenstelling is een heel ander woord
Actief/ passief/ jong en oud/ vroeg of laat/ overal en nergens/ arm en rijk/ netjes en slordig/ slim en dom/groot en klein
3. Een tegenstelling volgt vaak na een signaalwoord van tegenstelling:
maar/ anderzijds/ daarentegen/ echter/ toch/ hoewel/ evenwel…