Je krijgt weer een nieuw blaadje en noteert alles wat je je nog kunt herinneren over de drie werkwoordsvormen uit de oefentoets (persoonsvorm, voltooid deelwoord en bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord). Je mag niet spieken in het lesboek, op internet of in jouw eigen aantekeningen. Je mag alleen zo diep mogelijk proberen te graven in jouw eigen geheugen. Ook dingen waarover je twijfelt, schrijf je gewoon op papier. Alles wat hierover in jouw brein zit, "dump" je op papier.
Pas als je denkt dat je echt alles wat je je nog herinnert hebt opgeschreven, mag je je boek of aantekeningen erbij pakken. Je gaat nu controleren of wat je hebt opgeschreven ook klopt en eventueel aanpassen en aanvullen met een andere kleur pen.
Dit doe je vervolgens een dag, paar dagen, of een week later nogmaals. En daarna nogmaals. Tot dat je de informatie in één keer perfect op papier kunt zetten.