2.1 - Waarmee betaal je?

2.1 Waarmee betaal je?
4TL
Paragraaf 1 - Waarmee betaal je?
1 / 10
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 10 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

2.1 Waarmee betaal je?
4TL
Paragraaf 1 - Waarmee betaal je?

Slide 1 - Slide

Wat moet je kennen/ kunnen?
  • Wat zijn de functies van geld?
  • Wat is giraal en wat is chartaal geld?
  • Een nieuw saldo kunnen berekenen.
  • De rol van banken in het betalingsverkeer kunnen noemen.

Slide 2 - Slide

Geldfuncties
  1. Ruilmiddel = Je koopt een product of dienst  
  2. Rekenmiddel = Je kunt prijzen vergelijken of een waarde bepalen 
  3. Spaarmiddel = Als je geld spaart


Slide 3 - Slide

Hoe koop je iets?
Door het te ruilen voor een ander product (dit gebeurde vooral vroeger) = directe ruil.

Door er geld voor te betalen = indirecte ruil
  • Dit kan contant (met briefjes en munten) = chartaal Geld
  • Dit kan elektronisch (met pinpas, mobiel etc.) = giraal Geld

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Rol van banken (bij geld)
Banken hebben een belangrijke taak in het betalingsverkeer. 
Ze verbinden tussen:

  • vraag naar geld (lenen)
  • aanbod van geld (sparen)

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Creditsaldo
  • In de plus
  • Positief saldo
Debetsaldo
  • 'In de min'
  • Negatief saldo
  • Rood staan


Slide 8 - Slide

Nieuw saldo berekenen
Oud saldo
+ Ontvangsten
- Uitgaven
------------
Nieuw saldo

Slide 9 - Slide

Huiswerk
maken opdrachten 1 t/m 12 (pag 42 t/m 45)
maken samenvatting onderaan pag 45.

Slide 10 - Slide