De versnellingsbak en de differentieel

• Techniek
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 3

De versnellingsbak

01:03

Wat is torque? (koppel)

1. Een tweetal
2. De kracht die nodig is om te versnellen.
3. De kracht die iets laat draaien.
4. De kracht die nodig is om te remmen.

02:04

Waarom is het lastig schakelen met deze versnellingsbak?

1. Je moet hard duwen tegen de versnellingspook.
2. Het schakelen maakt veel lawaai.
3. De snelheid van de verschillende tandwielen is ongelijk.
4. Alle antwoorden zijn goed.

05:26

Welke bewering is waar over de vijfde versnelling?

1. De as van de motor draait langzamer dan de as na de versnellingsbak.
2. De as van de motor draait even snel als de as na de versnellingsbak.
3. De as van de motor draait sneller als de as na de versnellingsbak
4. Geen enkele bewering is waar.

05:36

Waarom heeft de achteruitversnelling een extra tandwiel nodig?

1. Voor extra trekkracht achteruit.
2. Om de draairichting van de as om te draaien.
3. Om te kunnen schakelen met rechte vertanding.
4. Om de kracht van de motor beter over te kunnen brengen.

Waarom heb je in de vierde versnelling eigenlijk geen versnellingsbak nodig?

1. De motor draait even snel als de aandrijfas van de wielen
2. De motor is sterk genoeg

Waarom hebben de tandwielen schuine tanden?

1. Dan worden de krachten beter overgebracht.
2. Dan maken de tandwielen minder lawaai.
3. Dan passen ze beter in de versnellingsbak.
4. Dan vinden ze de tandwielen mooier.

Hoe kun je zien welke versnelling de achteruit is?

Wat zijn een worm en een wormwiel?
Laat zien met een foto en leg uit welk wiel de worm is. Leg ook uit wanneer het handig kan zijn om een worm en wormwiel te gebruiken i.p.v. tandwielen.

Voordelen: grote krachtoverbrengingen mogelijk.

Het wormwiel kan de worm niet aandrijven. Andersom wel.

De differentieel

Betekenis:

tandwielconstructie waarmee met één aandrijvende as twee uitgaande assen met verschillende snelheden kunnen worden aangedreven

0

Waarom is de differentieel uitgevonden?

1. Om sneller te kunnen rijden.
2. Om gemakkelijker te kunnen schakelen.
3. Om gemakkelijker door een bocht te kunnen rijden.
4. Om sneller op te kunnen trekken.

Hoeveel wielen werden aangedreven bij de eerste auto's?

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

Wat kan er gebeuren, juist door de differentieel, wanneer één aangedreven wiel over een gladde ondergrond rijdt?

1. De auto maakt een pirouette
2. De auto slaat af.
3. De auto versnelt.
4. Eén wiel gaat slippen.

Wat is er uitgevonden om het probleem van het slippen van één wiel op te lossen?

Heeft de vooras bij 4-wielaandrijving ook een differentieel nodig?

1. ja
2. nee

Leg uit waarom het nodig is dat de vooras ook een differentieel nodig heeft bij 4-wielaandrijving.

Schrijf hieronder 3 dingen op die je in deze les hebt geleerd.

Optioneel (niet verplicht):
Schrijf hieronder een vraag over deze les op.