Woche 36 (K1 GRC)

H3d Duits, Woche 36
1 / 23
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 23 slides, with text slides.

Items in this lesson

H3d Duits, Woche 36

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Beginopdracht

Weißt du es noch?
Maak twee tabellen in je schrift.
Schrijf in de eerste tabel de vervoegingen van haben (tegenwoordige tijd) op. Vergeet de persoonlijke voornaamwoorden niet! In de tweede tabel schrijf je de vervoegingen van sein (tegenwoordige tijd).

Slide 4 - Slide

Beginopdracht

Slide 5 - Slide

Diese Woche:
Donnerstag (40 Min.)

Beginopdracht
Check Hausaufgaben
An die Arbeit: 
Aufgabe 9
Lesen: Aufgabe 5
Hausaufgaben
Freitag (40 Min.)

Beginopdracht
Check Hausaufgaben
Lesen: 
Aufgabe 5 + 6
Hausaufgaben
Dienstag (40 Min.)

Beginopdracht
Herhaling haben/sein
Grammatik C
An die Arbeit
Wörterliste B
Fast Fashion, Teil 2

Slide 6 - Slide

Herhaling haben/sein
Aufgabe 7
S. 16

Kies per zin of je een vorm van haben of sein moet opschrijven en schrijf de juiste vorm.

Slide 7 - Slide

Grammatik C
ich
habe
hatte
du
hast
hattest
er/sie/es/man
hat
hatte
wir
haben
hatten
ihr
habt
hattet
sie/Sie
haben
hatten
habe gehabt
hatte gehabt

Slide 8 - Slide

Grammatik C
ich
bin
war
du
bist
warst
er/sie/es/man
ist
war
wir
sind
waren
ihr
seid
wart
sie/Sie
sind
waren
bin gewesen
war gewesen

Slide 9 - Slide

An die Arbeit
Aufgabe 8
S. 16-17

Kies per zin de juiste vorm van haben of sein

Slide 10 - Slide

Wörterliste B
S. 40

Slide 11 - Slide

Fast Fashion, Teil 2
https://www.zdf.de/kinder/logo/ghana-kleidung-muell-100.html

Fragen: 
1. Wat gebeurt er met "Altkleider" uit Europa? Waar gaan ze heen?
2. Welke getallen hoor je? ... containers en ... tweedehands kledingstukken, ... van de ... kledingstukken kunnen weer gebruikt worden.
3. Wat gebeurt er met de kleding die niet meer gedragen kan worden (2 antwoorden mogelijk)? Wat zijn de gevolgen voor de inwoners van Ghana? 

Slide 12 - Slide

Hausaufgaben für Donnerstag
- Maken: Aufgabe 8 (S. 16-17)

- Leren: Wörterliste B, eerste helft, "der Jugendliche" t/m "ausgeben für" (S. 40)

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Beginopdracht

Maak Aufgabe 9 op blz. 17: Zet alle tegenwoordigetijdsvormen  uit het verhaaltje in de verleden tijd. 

Daarna bespreken we Aufgabe 8 & 9.

Slide 15 - Slide

Diese Woche:
Donnerstag (40 Min.)

Beginopdracht
Check Hausaufgaben
Lesen: Aufgabe 5
Fast Fashion, Teil 2
Hausaufgaben
Freitag (40 Min.)

Beginopdracht
Check Hausaufgaben
Lesen: 
Aufgabe 5 + 6
Hausaufgaben
Dienstag (40 Min.)

Beginopdracht
Herhaling haben/sein
Grammatik C
An die Arbeit
Wörterliste B
Fast Fashion, Teil 2

Slide 16 - Slide

Lesen
Aufgabe 5
S. 14-15


Slide 17 - Slide

Hausaufgaben für Freitag
- Maken: je kunt nu al een beginnetje maken met Aufgabe 5 + 6 (S. 14-15). Morgen gaan we er echt mee aan de slag.

- Leren: Wörterliste B, helemaal (S. 40)



Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Beginopdracht
Vertaal:

Versie A
Versie B
de winkel
de korting
de rekening
de aanbieding
remmen
versieren
over
waardevol
belangrijk
laten zien

Slide 20 - Slide

Diese Woche:
Donnerstag (40 Min.)

Beginopdracht
Check Hausaufgaben
Lesen: Aufgabe 5
Hausaufgaben
Freitag (40 Min.)

Beginopdracht
Extra Aufgabe haben + sein
Lesen:
Aufgabe 5 + 6
Hausaufgaben
Dienstag (40 Min.)

Beginopdracht
Herhaling haben/sein
Grammatik C
An die Arbeit
Wörterliste B
Fast Fashion, Teil 2

Slide 21 - Slide

Lesen
Aufgabe 5
S. 14-15

Aufgabe 6
S. 15
Per zin wordt een woord uit Wörterliste B omschreven. Welk?


Slide 22 - Slide

Hausaufgaben für Dienstag
- Maken: stencil over werkwoorden (vrijdag uitgedeeld) & Aufgabe 5 + 6 (S. 14-15)

- Leren: Wörterliste D/F, eerste helft (S. 41)



Slide 23 - Slide