Commercieel 1 herhaling

COMMERCIEEL 1 Elobase
TENTAMENTRAINING
1 / 40
next
Slide 1: Slide
Manager modeMBOStudiejaar 2

This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

COMMERCIEEL 1 Elobase
TENTAMENTRAINING

Slide 1 - Slide

Marktsegmentatie
  1. Geografisch - primair en secundair verzorgingsgebied
  2. Demografisch - gezinssituatie, leeftijd, geslacht
  3. Sociaal Economisch - opleiding, beroep
  4. Psychografisch - persoonlijkheid, levensstijl, waarden
  5. Gedrag - verbruik, merkentrouw, koopbereidheid

Slide 2 - Slide

Segmentatie strategieen
  1. Geconcentreerd - 1 of enkele segmenten benaderen. Voorbeeld: Speciaalzaak in racefietsen
  2. Selectief - meerdere segmenten elk een eigen benadering. Voorbeeld: kledingwinkel met verschillende productlijnen
  3. Volledige marktdekkingstrategie (ook wel genoemd ongedifferentieerd/marktagregatie) - hele markt als een geheel benaderen. Voorbeeld: Energiemaatschappij
  4. Niche marketing - je richt je op een klein winstgevend deel van de markt. Voorbeeld: Speciaalzaak in balletkleding

Slide 3 - Slide

Hoofdlijnen marketingbeleid
  1. Marketingdoel - wat wil je bereiken
  2. Doelgroepen - wie zijn jouw klanten
  3. Serviceconcept,positionering en propositie - hoe gaan wij onze klanten benaderen.
  4. SWOT analyse en confrontatie matrix - interne analyse van sterke, zwakke punten (beinvloedbaar) en externe analyse van kansen en bedreigingen (niet beinvloedbaar)
  5. Marketingmix - invulling 6 p's

Slide 4 - Slide

Retailmix
  1. Product - de artikelen die worden aangeboden
  2. Plaats - waar kan ik artikelen kopen (online/offline)
  3. Prijs - prijsvechter (goedkoop) of servicedistributie (duur)
  4. Promotie - verkoopbevordering om intresse te wekken, naamsbekendheid vergroten, merkentrouw, imago 
  5. Presentatie - winkelbeleving door exterieur (buiten) en interieur (binnen) op klant af te stemmen.
  6. Personeel - informeren over artikelen, hospitality naar klanten, kassatraining voor snelle service

Slide 5 - Slide

Concurentiestrategie Porter
  1. Kostenleiderschap - focus ligt op lage kostprijs. Voorbeeld: Aldi
  2. Differentiatie - onderscheidend vermogen creeren. Voorbeeld: AH Excellent en AH Basic
  3. Focus - Richten op een bepaald segment van de markt - Voorbeeld: Beachmasters Reizen voor jongeren 
  4. Stuck in the middle - geen onderscheidend vermogen. Beetje afkijken van concurrent. Voorbeeld: 

Slide 6 - Slide

Omschrijf het begrip verzorgingsgebied

Slide 7 - Open question

Omschrijf het begrip winkelimago.

Slide 8 - Open question

Waarom is het belangrijk op tijd in te spelen op veranderingen in de markt?

Slide 9 - Open question

De 4P's worden ook wel ... genoemd.
A
Marketing hulpmiddelen
B
Marketing instrumenten
C
Geen idee
D
Marketing gereedschap

Slide 10 - Quiz

Marktonderzoek

Slide 11 - Mind map

Slide 12 - Video

MARKETING MODELLEN

Slide 13 - Slide

Ansoff Groeistrategieen 

Slide 14 - Slide

5 krachtenmodel Porter

Slide 15 - Slide

Noem twee voorwaarden waaraan een steekproef moet voldoen.

Slide 16 - Open question

Noem twee voordelen en twee nadelen van het gebruik van een steekproef.

Slide 17 - Open question

Noem enkele verschuivingen in het consumentengedrag die geleid hebben tot reacties in de detailhandel.

Slide 18 - Open question

Welke manier van fieldresearch kun je gebruiken bij je concurrentie-onderzoek?

Slide 19 - Open question

Welke vijf kenmerken van het assortiment zijn in belangrijke mate bepalend voor het winkelimago?

Slide 20 - Open question

Welke zaken probeer je in een concurrentieonderzoek te achterhalen?

Slide 21 - Open question

Noem de vier fasen van marktonderzoek.

Slide 22 - Open question

Je wilt weten of de prijzen van je belangrijkste concurrent hoger of lager zijn dan jouw prijzen. Bovendien wil je weten welke producten de consument bij de concurrent koopt. Wat voor soort onderzoek voer je uit?

Slide 23 - Open question

Wat is het een multi-cliënt onderzoe?
A
Je ondervraagt verschillende clienten
B
Je werkt voor meerdere opdrachtgevers
C
Je werkt voor 1 opdrachtgever
D
Je ondervraagt mensen in de zorg

Slide 24 - Quiz

Wat is een respondent?
A
Iemand online een vraag stelt
B
Iemand in jouw verzorgingsgebied
C
Iemand die meewerkt aan een onderzoek
D
Iemand die een winkel binnen komt

Slide 25 - Quiz

Wat is een testmarkt?
A
Een testmarkt is een andere vorm van marktonderzoek.
B
Een testmarkt is een beperkt gebied waarin de fabrikant een experiment uitvoert.
C
Een testmarkt is een manier om de resultaten van een nieuwe marktbenadering van het ene filiaal te vergelijken met die van het andere filiaal.
D
Een testmarkt is een soort van pop up markt

Slide 26 - Quiz

Wat is het verschil tussen deskresearch en fieldresearch?

Slide 27 - Open question

Welke twee panels kunnen we onderscheiden?
A
Consumenten en detaillisten
B
Thuispanels en locatiepanels
C
Mannen en vrouwen
D
Jongeren en ouderen

Slide 28 - Quiz

Welke twee soorten enquêtes kunnen we onderscheiden?
A
Online en offline
B
Schriftelijk en mondeling
C
Telefonisch of op straat
D
Via post of mail

Slide 29 - Quiz

Wat is een Aselecte steekproef?

Slide 30 - Open question

Wat is en gelede steekproef?

Slide 31 - Open question

Wat is een systematische steekproef?

Slide 32 - Open question

In Osdorp staan diverse fraaie winkelruimtes te huur in uiteenlopende prijsklassen en op uiteenlopende locaties. Noteer vier aspecten die, naast de prijs, belangrijk zijn bij het kiezen van een winkelpand.

Slide 33 - Open question

Noem drie aspecten die bepalend zijn voor de hoogte van de huurprijs per m2.

Slide 34 - Open question

Annet wil een kleinschalig marktonderzoek onder de bewoners van seniorenflats in de omgeving van de winkel. Daarvoor stelt ze een vragenlijst op. Noem vier eisen waar Annet op moet letten bij het opstellen van een goede vragenlijst.

Slide 35 - Open question

Annet heeft als doelstelling opgeschreven dat haar winkel De Blom in Utrecht over een paar jaar plaatselijk bekend zal zijn als hét adres voor de mooiste gemengde boeketten. Herschrijf de doelstelling zo dat deze SMART geformuleerd is.

Slide 36 - Open question

Welke twee samenwerkingsverbanden zonder een herkenbare winkelformule kan een zelfstandig winkelbedrijf aangaan?
A
Inkoop/verkoop organisatie
B
Lokale samenwerking
C
Franchising
D
Geen idee

Slide 37 - Quiz

Wat is een voorbeeld van een kostenvoordeel van samenwerking tussen zelfstandige detaillisten in dezelfde branche?


A
Samen promotie doen
B
Samen de verkoopprijs bepalen
C
Geen idee
D
Samen een koopavond houden

Slide 38 - Quiz

Behalve de locatie en de geschatte omzet bekijkt Annet van winkel de Blom de concurrent ook op een aantal heel andere punten. Kies twee aandachtpunten die ook belangrijk zijn.
A
Assortiment
B
Winst
C
Parkeergelegenheid
D
Presentatie

Slide 39 - Quiz

Na haar onderzoek onder de bewoners van de seniorenflats besluit Annet over te gaan tot direct marketing. Wat is een voorbeeld van wat ‘De Blom’ als direct marketing zou kunnen doen.
A
Flyeren
B
2 halen 1 betalen actie
C
Geen idee
D
Kortingscode opsturen

Slide 40 - Quiz